14-01-2016

Met Resolutie van 1999 zette PVDA 1e stap van leninistische partijopvatting naar reformistische partijopvatting. Herstel was nog mogelijk....

Ik ga het hier uitgebreid hebben over de Resolutie van 1999 waarvan ik de achterliggende onuitgesproken reden tot invoering besprak in 01-161999: PVDA plant vanaf dan, elke “strijd”-campagne in functie van IMAGO-verbetering. Wat met haar revolutionair karakter dat mij deed toetreden in 1979?
Achteraf gezien, en met de “Coup van 2004” (In2004, manipulatie door Boudewijn Deckers-fractie (PVDA), om te kritische leden politiek en organisatorisch te elimineren en zo revisionisme te beschermen.)gedachten, blijkt 1999 (met de Resolutie van 1999) voor de PVDA een scharnierjaar te zijn geweest, waarin een duidelijke koerswending werd ingezet. Dit gebeurde stap voor stap en was niet in één stap definitief. Herstel van revolutionaire ideologie en strategie was nog mogelijk. Maar in 2004 was de PVDA uiteindelijk definitief een andere partij geworden dan dat zij was in 1979, en waarvan ik toen lid van was geworden, juist omwillevan de revolutionaire ideologie en strategie.
In dit artikel geef ik nu eigenlijk gewoon mijn opeenvolgende “nota's weer die ik maakte toen ik die Resolutie van 1999(zoals ik als elk partijlid verondersteld werd te doen) bestudeerde. Deze 'nota's maakte ik in de periode 1999-2003. Deze nota's liggen aan de basis van de politieke conclusies die ik maakte NA 2004 ondermeer in het artikel 06-05-15 Resolutie van 1999: van "Partij van de revolutie" naar "Partij van verkiezingscampagnes"

dat ik, hoewel zelf al sinds 1993 rapporten schrijvend o.a. over ontwikkelingen in de partij die ik verkeerd vond, maar die dan had geanalyseerd op basis van de werking in de arbeidersklasse (in de bedrijven en in de vakbond), ik toch problemen had met de Resolutie die in 1999 verscheen. Daarin werd weliswaar OOK ingegaan op bepaalde verkeerde ontwikkelingen en er werden ook oplossingen voorgesteld. Maar ik had problemen met het uitgangspunt: Er werd vastgesteld dat er verkeerde ontwikkelingen waren in de werking van de partij op basis van een als “slecht” beoordeelde verkiezingsuitslag. Dat moest en zou het resultaat zijn van “die slechte werking”.....maar dat houdt in dat uiteindelijk een als “goed” beoordeelde verkiezingsuitslag het bewijs zou zijn dat de “partij goed bezig was”. Maar zo werd er geen oplossing geboden aan de als fout geconstateerde werking “in de bedrijven”....

07.08.1999, “Resolutie van het Centraal Comité over de verkiezingscampagne”

1. Het is niet normaal dat wij vandaag stagneren, na dertig jaar permanente aanwezigheid op het terrein, tien jaar na het hoogtepunt van de anticommunistische campagne, na de belangrijkste massastrijdbewegingen die België in heel zijn geschiedenis kende, nadat wij intens militeerden in alle strijdbewegingen en na wat waarschijnlijk de beste verkiezingscampagne was uit onze geschiedenis. Daarom moeten we stellen dat de verkiezingen een grote politieke nederlaag zijn voor de partij, waarin fouten tot uiting komen die we al vele jaren meedragen.
2. Alle bilanpunten uit de verkiezingen staan al in Partij van de Revolutie . We moeten analyseren waarom wij niet in staat waren te rectificeren en zelfs niet te assimileren wat een Congres had beslist, op basis van de centralisatie van vele rapporten en nota's. Dat stelt het probleem van de ideologische strijd voor de reële eenmaking doorheen de toepassing van de beslissingen in de concrete praktijk.
3. Zijn de oorzaken van deze nederlaag vooral intern of extern ? Ligt de voornaamste fout bij de partij of is het probleem het bewustzijnsniveau van de massa's ? Het resultaat heeft niets te maken met de fouten van de partij, maar drukt de huidige politieke toestand van de massa's uit .
4. Wij zijn het belangrijkste doelwit van alle burgerlijke, kleinburgerlijke en opportunistische krachten. Naar buiten uit, hebben wij er belang bij het volgende te onderstrepen : de eenheidspartij van het grootkapitaal voert strijd tegen de eenheidspartij van de werkers.

Er waren heel wat bilans te maken over de werking van de partij, de militanten die openlijk of niet-openlijk werkten in de bedrijven en in de vakbond, wat betreft een strategisch communistisch optreden en de leiding die hier eraan werd gegeven. rapporteerde ik in 13-04-15Eerste 'rectificatie' in oorspronkelijke lijn van 5e congres -eenheid rond communistische identiteit – was door Kris Hertogen: "In Marxistische Studies nr 26 verscheen “Een concreet bilan over de werking van de PVDA in de strijd tegen het globaal plan van 1993” Dit was een rapport opgesteld door Kris Hertogen die toen Nationaal kader was voor de werking in de bedrijven en de vakbonden."

OPMERKING 1: Lees in Marxistische Studies 26:
- Een revolutionaire partij in stakingen - Centraal Comité van de PVDA (maar grotendeels opgesteld en voorgesteld op het CC door Kris Hertogen)
- De strijd tegen globaal plan in oktober - december 1993 Kris Hertogen en Joris Van Gorp
- Ons sociaal-economisch eisenprogramma en de strijd voor de socialistische revolutie - Politiek Bureau PVDA (opgesteld op basis van het door Kris Hertogen vastgesteld “hoofdprobleem”: economisme en spontaneïsme).
OPMERKING 2: Ik zou het een politieke “capitulatie” kunnen noemen, van Kris Hertogen, daar waar hij, AFGEZET als kader voor de Section du Travail – Sector van de Arbeid (STA), ...maar dan AANGESTELD als Politiek Secretaris van Luik, “een rectificatie naar de Gemeenteraads-VERKIEZINGEN “ heeft doorgevoerd en geleid op basis van ...Resolutie van 1999...om maar VERKOZENEN te hebben. (Ik zal dit nog verduidelijken als ik zal schrijven over zijn “Bilan van Herstal”, van 2000)

Maar een (negatief) bilan trekken over de werking van de partij aan de hand een als “nederlaag” beoordeeld VERKIEZINGS-resulltaat (zoals Resolutie van 1999 hier doet),... is opportunisme. Want omgekeerd zou dan een als “overwinning” beoordeelde verkiezings-uitslag een POSITIEF bilan betekenen over de werking van de partij, hetgeen betekent dat een werking die dan naar dit resultaat moet leiden ontplooid wordt ..;; een pleidooi voor POPULISME. (...of de werking van de partij doen overeenkomen met die van een gewone burgerlijke, op “parlementaire democratie” gerichte, partij)
Door dit UITGANGSPUNT maakt het van de hele resolutie (ook al staan er ook beleidspunten die als “op revolutie gericht” beschouwd kunnen worden) tot een OPPORTUNISTISCHE resolutie

5. Maar intern en op het niveau van de kaders moeten wij zeggen dat onze interne fouten de belangrijkste zijn, want met deze zelfde vijanden, na al onze politieke activititeiten van de voorbije vier jaar, hadden wij veel beter moeten kunnen doen. (...)
6. Zeggen dat ons slecht resultaat niets te maken heeft met de fouten van de partij , dat is z'n kop in het zand steken, sectarisme, bureaucratisme en de onmacht om een simpele, revolutionaire, begrijpelijke boodschap over te brengen, rechtvaardigen. Niet naar de grond van de zaken gaan in de analyse van onze fouten is het grootste gevaar. Sinds het vijfde congres zijn er jaren voorbijgegaan, en wij hebben erg weinig gerectifieerd.

OK, maar “heeft niets te maken met de fouten van de partij”... is iets anders dan “heeft ALLES te maken met de fouten van de partij”, zoals de Resolutie van 1999 in feite indirect “insinueert”.

8. Onder de dictatuur van de burgerij zijn de verkiezingen nooit democratisch (...)
10. We moeten een principieel standpunt uitleggen aan de massa's. Geloof niet dat een parlement jullie problemen gaat oplossen. De werkelijke macht behoort niet toe aan het parlement, maar aan de grote monopolies en aan de repressiekrachten van de burgerij. De besluiten worden voorbereid, niet in het parlement, maar in de patronale verenigingen, in de patronale think-tanks, in de Internationale politie- en militaire organisaties. We moeten PVDA-leden naar het parlement sturen om deze tribune te gebruiken om de eisen en de strijdbewegingen van de werkers beter te propageren, om de misdaden van de burgerij beter te kunnen aanklagen. Heb enkel vertrouwen in jullie strijdbewegingen om toegevingen te bekomen van de kapitalisten en hun staat en om een andere maatschappij voor te bereiden.

Van iets dat in een zekere verhouding nog te aanvaarden is, wordt echt opportunisme als het als zaligmakende VOORWAARDE wordt gesteld.

11. Men moet deelnemen aan de verkiezingsstrijd om enkele antikapitalistische ideeën ingang te doen vinden bij de massa's, om de burgerlijke partijen te ontmaskeren en om sympathisanten te recruteren. Zij moeten helpen om de organisatie van komende klassenstrijd voor te bereiden.

Het boek van Lenin dat men verder aanhaalt - “De linkse stroming ...” - zegt het toch iets anders: het programma brengen bij de “achterlijkste” lagen van de bevolking die anders nooit bereikt worden. Voor de rest is “inplanten in de arbeidersklasse en via participeren in de klassenstrijd er in slagen om stappen te zetten in de mobilisatie voor revolutie........” beter, dan “deelnemen aan een verkiezingscampagne”. Een verkiezingscampagne is hierbij louter “aanvullend” en VERVANGT het andere niet.

12. Politieke beoordeling van de verkiezingsresultaten
13. Hebben wij te maken met een positieve verandering in het bewustzijn bij een belangrijk deel van de massa's ? (....) (F)out. Het zijn verplaatsingen van stemmen binnen de eenheidspartij die alle regels van het imperialisme en het kapitalisme aanvaardt. Geen enkel belangrijk programmapunt onderscheidt de groenen van de sociaal-democraten. Van SP naar Agalev, dergelijke stemmenverplaatsing is slechts een verplaatsing van illusies.
15. De twee heersende partijen van de grootburgerij, de CVP-PSC en de SP-PS, hebben slaag gekregen.(...). Maar men kan niet spreken over een crisis van het systeem, daarvoor zijn de burgerlijke partij het te grondig eens over de essentie. Het is waar dat het systeem moeilijker te beheren zal zijn. De versnippering van de burgeriijke formaties is toegenomen (...)
18. In het franstalige landsdeel bewijst de score van 4% die d'Orazio op sommige plaatsen behaalt, dat er ruimte is voor een revolutionair alternatief.
19. Er is geen "laatste kaart" voor de burgerij. Als wij niet beter werken, zal er geen enkele spontane evolutie zijn van Agalev-Ecolo naar de PVDA. De mensen kunnen van Agalev weer terugkeren naar de SP of de CVP.

Dit leidt tot de conclusie dat alles goed is om maar meer stemmen te krijgen, dus het goedkeuren van...populisme.

20. Wanneer de mensen hun stem voor Agalev beschouwen als een progressieve en antifascistische stem, moeten wij daarmee rekening houden in onze tactiek. "De radio vraagt : U verkiest dat ze voor Agalev stemmen in plaats van voor het Vlaams Blok ? Ik heb geprobeerd deze vraag te omzeilen, wat slecht wordt begrepen. lk had moeten zeggen dat de mensen een stap vooruit hebben gezet, maar dat zij uiteindelijk zullen moeten vaststellen dat Agalev geen echt alternatief heeft."
21.Er is een sterk verspreid ongenoegen, men heeft er genoeg van. Maar dat blijft in het kader van de burgerlijke en parlementaire democratie. Stemmen voor de PVDA, is op zijn minst het parlementarisme in vraag beginnen stellen.
22. Er is een basis voor een grotere aanhang van de PVDA. We moeten de juiste tactiek vinden. 72% van de mensen geloven dat de partijen enkel geinteresseerd zijn in hun stem,niet in hun mening. 15% denken dat de politiekers rekening houden met hun mening. 73% denken dat de politiekers veel beloven maar niets doen. Wij moeten een zin vinden, een slogan die het mogelijk maakt dat gevoel in onze richting te draaien .
23. We moeten onze kiezers voornamelijk (her)winnen op Agalev, het Vlaams Blok en de SP aan nederlandstalige kant en op Ecolo, de PS en de PC aan de franstalige kant.
24. Veel van onze potentiele kiezers hebben gestemd voor de groenen. Het is een uitdrukking van sectarisme en dogmatisme als men stelt dat de groenen nu "gevaarlijker zijn dan de sociaal-democraten en de fascisten" . Het is maar als we intens politiek werken met de progressieven die gestemd hebben voor de groenen, dat we kunnen vooruitgaan.

Ze hebben voor de Groenen gestemd (ipv voor de PVDA) door de dioxine-crisis (in verkiezingsperiode), OFWEL omdat ze (nog) niet voor het revolutionair programma zijn...maar dit laatste is niet mogelijk aangezien op DIT moment de PVDA geen revolutionair programma (meer) heeft... en het oude (van 1979) niet wil vernieuwen (zie verder in Resolutie van 1999)...alleen maar het LOUTER FORMEEL aanhouden van het programma van 1979

25. In het nederlandstalige landsgedeelte, stemt een deel van onze kiezers nu voor het vlaams Blok. We moeten een voordelige strijd voeren om hen te doen begrijpen deze partij een stoottroep is van het grootkapitaal. Nagaan met welke argumenten en revelaties de arbeiders zich makkelijker afkeren van de fascisten, voor alles hun zwakke punten zoeken in het arbeidersmilieu en benaderingen zoeken die werken om in te gaan tegen hun sterke punten.
26. De campagne heeft onze grote lacunes op vlak van politiek en tactiek aan het licht gebracht. "De campagne was apolitiek. We waren afwezig van het politieke strijdtoneel.
In Brussel hebben wij geen alternatief uitgewerkt voor SP-Agalev, wij hebben geen campagne gevoerd tegen Demol-Vlaams Blok. Nochtans waren er voorstellen op dat vlak, maar ze zijn zelfs niet besproken."
27. Het gebrek aan politiek leven in de campagne weerspiegelt een veel algemenere kwaal.
Het hoofdprobleem is het ontbreken van echt politiek werk, het werk van politieke leiding. Bestuderen welke politieke problemen de massa's zich stellen. 0ns strategisch antwoord formuleren. Het ingang doen vinden binnen de massa's op een overtuigende manier.

Als dit gebeurt, en het gebeurt dan ook, dat dit probleem zich voordoet in de “werking in de bedrijven, in de arbeidersklasse, in de klassenstrijd” is dit veel funester. Dit vaststellen alleen (of in hoofdzaak) rond VERKIEZINGEN is opportunisme.

28. We moeten permanent strijd voeren tegen de burgerlijke partijen : CVP, VLD (23% van de leerlingen van een middelbare school stemmen voor de VLD), SP, Agalev, Vlaams Blok, Vivant, PC, Trots. Wij voeren er geen enkele. In de debatten waren maar weinige van onze kaders in staat het gevecht te winnen tegen een van deze partijen.
29. Men moet wekelijks pertinente, korte, overtuigende kritieken publiceren in Solidair en nagaan welke argumenten, welke aanvallen overtuigend zijn. Dossiers opbouwen op basis daarvan.
30. "Het partij-apparaat werkt soms als een machine die zijn eigen voeding garandeert, die papier produceert maar de problemen van het werk aan de basis niet oplost ." (PVDR, biz...) Bureaucratisme en gebrek aan efficiëntie. Kameraden besteden enorm veel tijd aan het samenstellen van het Persoverzicht. Maar wij rentabiliseren dat werk niet, we halen er niet systematisch de argumenten uit voor de agitatie tegen de burgerlijke en kleinburgerlijke partijen. Het materiaal in dat persoverzicht volstaat ruimschoots om een scherpe verkiezingscampagne te voeren tegen onze tegenstanders.

Nogmaals: door dit vast te stellen vooral (of alleen) ivm VERKIEZINGEN is opportunisme. Zeker als gezwegen wordt over dezelfde problemen die heersen inzake inplanting in de arbeiderklasse en werking in de klassenstrijd om het bewustzijn te verhogen.

31.Thesissen maken aan de universiteit over de recente geschiedenis van elk van deze partijen: hun standpunten in alle belangrijke crisissen, hun voornaamste economische, politieke, militaire stellingen.
32. De score van de PC is gedeeltelijk toe te schrijven aan een communistische traditie en aan de steun van de burgerij en van de sociaal-democratie aan deze partij, om de PVDA te bekampen. Maar haar score stelt, op een specifieke manier, onze eigen imago in vraag.
Mensen die een antikapitalistische stem willen uitbrengen, gaan zich eerder achter deze " Communistische" kadavers stellen dan achter de PVDA, die hen veel te extremistisch overkomt.
33. Twee leden van MLB aan de UCL hebben voor de PC gestemd en niet voor de PVDA, omdat de PVDA stalinistisch is en de PC antikapitalistisch. Men kan niet beter zeggen dat wij een imagoprobleem hebben, zelfs tot in onze eigen rangen ! Wij slagen er niet in te doen begrijpen dat het antistalinisme het lievelingswapen van de nazi's, de fascisten, van Amerikaans en Europees extreem-rechts is... Wij slagen er niet in te doen doordringen dat wij absoluut de enige antikapitalistische kracht zijn in België en dat de PC dat op geen enkele manier is.

Dit is een belangrijk probleem dat nu vastgesteld wordt door de verkiezingscampagne, maar moet NIET “opgelost” worden in functie van een betere verkiezingsuitslag.... want dan wordt het “opgelost” doordat Peter Mertens zegt: “Wij zijn geen stalinisten, ... we gaan Stalin veroordelen voor zijn misdaden op het congres.”

34. Vele militanten van de PC staan erg open en staren zich niet blind , Hen enkele toepasselijke teksten van de partij toesturen. Gecentraliseerde verzendingen van documenten die hen toelaten het verschil te zien tussen communisme en revisionisme.
35. Persoonlijke banden met enkele van hun beste elementen om te zien wat er daar gebeurt.
36. "Sinds lange tijd is er een lijn van verzoening met het revisionisme. Wij hebben niet de nodige inspanningen gedaan om de revisionisten die in 1995 met ons waren te overtuigen." De essentiële documenten sinds 1988 verzamelen van het verrotte revisionisme van de PC en een ML-kritiek maken op hun essentiële stellingen.
37. Tegen de multicolore eenheidspartij van het grootkapitaal, moeten wij overtuigende argumenten vinden dat wij de enige partij van de werkers zijn met een echt alternatief.
" We moeten aantonen dat de andere partijen hetzelfde verdedigen. Dan zullen de mensen niet meer denken dat de PVDA extremistisch is ."
38. De politieke strijd is bijzonder intens de twee laatste weken voor de verkiezingen. De burgerij heeft altijd plannen om de situatie te recupereren . Wij moeten enquetes houden en weten wat onze kiezers aangrijpt. De leiding moet een pamflet maken om de zaak te rectifieren. Dat was al zo in 1995 met de campagne De SP is nodig , van de sociaal-democratie.

Dit is double-speak, ...maar vele nieuwe (N3-) leden beseffen dit niet. “Enquêtes” had in de arbeiderswerking een andere inhoud en betekenis. “weten wat onze kiezers aangrijpt” is altijd goed, maar in functie van “een betere uitslag” wordt dit...populisme toepassen om de kiezer naar de mond te praten om zijn stem te hebben.

39. De dioxine heeft ons duur gekost, deze crisis had ons kunnen opbrengen. De affaire stelt het hart van het systeem in vraag : de winstzucht van de kapitalisten. Zij raakt ons sterkste punt: de groepspraktijken, onze strijd tegen de dioxine en andere kankerverwekkende producten. De krant was actueel maar slecht vanuit het standpunt van de voordelige politieke strijd tegen onze tegenstanders en vanuit het standpunt van de propaganda voor onze standpunten en verwezenlijkingen.
40. De problemen van de leiding
41.Bij het maken van een beoordeling van de verkiezingscampagne, moeten wij rekening houden met de toestand van de partijleiding, die onderbezet is.
42. Het is onverantwoord een hele reeks eisen te stellen aan de leiding, wanneer men weet dat die materieel en fysiek niet te realiseren zijn. In andere omstandigheden kan dergelijke houding de eenheid van de partij in gevaar brengen. De kaders zouden veeleer moeten denken aan hun eigen plicht om meer taken van de hoogste leiding op te nemen en om een gezonde sfeer in de leiding te behouden.
43. Anderzijds, toont de campagne fouten van de leiding aan die los staan van de situatie van onderbezetting. Deze fouten vermijden of verbeteren had het mogelijk gemaakt de gevolgen van de precaire situatie te verzachten. Deze fouten zijn niet specifiek voor deze campagne, maar hebben een meer algemeen karakter. We moeten er dan ook lessen uit trekken voor de werking van de partij.
44. Het feit dat het aantal hoogste kaders erg beperkt is, verplicht hen ertoe zich enkel op de essentiële kwesties te concentreren, die vitaal zijn voor de hele partij en voor de verkiezingscampagne in het bijzonder. Men moet de andere kaders maximaal gebruiken en alle andere taken naar hen delegeren. Niet enkel delegeren, maar hun kennis en bijdrage ook respecteren.

Zeker als deze “analyse” gemaakt wordt in functie van verkiezingen krijgt het geheel een opportunistisch tintje. Maar gewoon gesteld is het al kleinburgerlijk geklaag en niet-politiek geformuleerd. Er is geen klasse-standpunt aan verbonden.

47. Een verkiezingscampagne voeren vereist professionele kennis. Men kan zich professioneel vormen in scholen of boeken, en ook door de ervaring. De leiding moest meer aandringen dat de kaders van Agitatie de zaak op professionele manier aanpakten en hun professionele vorming controleren. Agitatie kan twee of drie geargumenteerde voorstellen doen, met haar voorkeur erbij vermeld. Kameraden van de basis kunnen hun mening geven en de leiding moet dat ook doen. Dan beslist men tijdens een vergadering van de leiding en de afdeling.
48. "Er heerst een algemene incompetentie op het vlak van agitatie. Wij keuren een slogan goed in augustus en verwerpen hem twee maand later. Eender welke specialist in publiciteit of image building kan je vertellen dat dat absurd is. Idem voor ons logo dat varieert naargelang de windrichting. Idem voor onze vlaggen. Onze agitatie moet herkenbaar zijn, uniform, geleid met ijzeren hand, en dat ontbreekt totaal in Agitatie ."
49. Agitatie moet ook de burgerlijke specialisten inzake verkiezingscampagnes bestuderen. Op een dialectische manier : bepaalde aspecten van hun benaderingswijze worden bepaald door het geld en de controle van de media, maar andere kunnen nuttig zijn voor ons. (...)
51. In het verslag van 12 december 1998, lezen wij : X : 'De Grieken vertrekken duidelijk van het einddoel. Wat betekent dat ons motto moet zijn : Rode Kaart aan het systeem, aan het kapitalisme. Wat overeenstemt met het gevoel dat het systeem slecht is, dat een ander systeem nodig is. Hun minimumprogramma is wel overwogen: de eisen zijn goed uitgedacht, volledig, concreet en samenhangend. In die zin is de Brief aan de progressieven eender wat, onder het niveau dat we vroeger hadden."
52. Als we deze vergadering ernstig hadden bestudeerd en besluiten hadden geformuleerd, hadden wij bepaalde fouten kunnen vermijden. (...) Wij moeten geen fouten verantwoorden door te zeggen : "We hebben geen wetenschappelijke methode om de rnassalijn te analyseren ." De rnassalijn is juist op zich een wetenschappelijke methode.
55. De eerste fout betreft het democratisch centralisme. Mao zei ooit dat het CC een verwerkend bedrijf is waarvan de grondstoffen van de kaders en de massa's komen. Men moot de kaders en de leden mobiliseren om de sleutelproblemen te ontdekken en, eens die door het CC zijn vastgesteld, de kaders en de leden nogmaals mobiliseren om voorstellen te doen voor oplossingen, die opnieuw gecentraliseerd en doorgehakt worden op de leiding.
56. De campagne heeft bewezen dat men zich te veel op zijn eigen kennis beroept en te weinig op de collectieve wijsheid van de kaders in de eerste en de leden in de tweede plaats.(...) We hebben 'wetenschappelijke' mogelijkheden die de burgerij niet heeft: een netwerk van arbeiders en werkers die onder de massa's leven en kunnen beoordelen hoe de massa's reageren. We moeten deze 'antennes' vastleggen en ze verplicht raadplegen. We kunnen bijvoorbeeld via ene dringende procedure vragen aan twintig kameraden die ingeplant zijn in de bedrijven, de vakbonden, de universiteiten, de scholen, de doplokalen, om een enquete te doen over de affiche met de bulldozers.
59. De tweede fout betreft de strijd tussen twee lijnen om de juiste ideeen samen te brengen. De leiding moet objectief analyseren wat, in de verschillende ideeen en voorstellen, rechts en wat links' is ten opzichte van het huidige niveau van de massa's.
60. Eens de verschillende voorstellen zijn samengebracht, moet men de discussie op een correcte manier leiden, voor elk voorstel de pro's en contra's beluisteren, bewust strijd voeren tegen het rechts en het links' opportunisme en eens alle argumenten gegeven zijn, een duidelijke en definitieve beslissing nemen.

Hier wordt (bewust?) verkeerd “geciteerd”, waardoor de “analyse” of de conclusie verkeerd “gestuurd” wordt (bewust?....)
OPM: op basis van gelijkaardige vaststellingen begon het bij mij te dagen: “analyseren” op basis van goed uitgekozen CITATEN is een vorm van dogmatisme. Dit algemeen heersend dogmatisme bij partijleden GEBRUIKEN om de partij (en partijleden) een opportunistische lijn te doen aanvaarden is REVISIONISME

61. Het gebrek aan beslissingen, de meningsverschillen die blijven bestaan zonder dat de leiding een beslissing neemt, maken elke revolutionaire praktijk aan de basis onmogelijk.(...)
62. 0m op correcte manier leiding te geven en de juiste ideeen samen te brengen, moet men een materialistische en dialectische houding aannemen. De leiding moet bewust haar leidinggevende en eenmakende functie vervullen. (...)
64. De partijleiding moet in zekere zin 'boven de dagdageiijkse beslommeringen' staan, zij moet geen 'betrokken' houding aannemen en echt het algemene belang en de toekomst van de partij vertegenwoordigen. Er zijn waardevolle rapporten gekomen die zonder geldige redenen verworpen werden. De animositeit, de weigering om te luisteren verhindert dat men correct leiding geeft.
65. De leiding moet iedereen aanmoedigen om te spreken en niemand de mond snoeren, alles beluisteren zonder vooroordelen, elke zaak objectief evalueren, los van de auteur of de vorm ervan, zij moet er de nuttige elementen uithalen, zeils uit verkeerde standpunten.
66. Op deze basis zal zij een synthese maken die bewust in strijd is met links'- en rechts-opportunistische standpunten, die op basis van duidelijke argumenten verworpen moeten worden. (...)
68. De politieke passiviteit van bepaalde bekritiseerde kaders is ontegenzeggelijke een vorm van sabotage van de partij. Als het rechts-opportunisme en het gauchisme zich in hun standpunten verankeren, bereidt men het terrein voor op de uiteenspatting van de partij.
69. Maar we moeten ook erkennen dat er radicalistische kritieken zijn geweest die de bekritiseerde kameraden overrompelen.
70. Een eenzijdige en radicalistische houding brengt schade toe aan de partij. Men erkent geen enkele verdienste meer bij de bekritiseerde kameraden. Zo duwt men ze verder de grond in, verlamt men ze en dat schaadt de partij. Het feit dat men weigert de positieve punten van deze kameraden te erkennen, verhindert de partij ook om de juiste ideeën te concentreren.
71. Men begaat twee soorten fouten. Ten eerste bekritiseert men de kameraden niet grondig genoeg, met behulp van rijke politieke en ideologische instrumenten, om ze te doen vooruitgaan en om de andere kameraden de kans te geven uit deze kritieken te leren.
72. Men centraliseert hun juiste ideeën niet om het werk van heel de partij corrector te laten gebeuren.(...)
73. Het radicalisme schakelt het rechts-opportunisme niet uit, maar beschermt het. Aangezien men de bekritiseerde kameraden niet helpt om hun fouten te herstellen, wachten deze enkel de goede gelegenheid af om hun standpunten opnieuw te lanceren. (...)
76. Dat raakt de vitale kwestie van de eenmaking van de partij. Wij moeten voordelige ideologische strijd voeren, dwz ook de capaciteiten en de sterke punten erkennen van de bekritiseerde kameraden en er alle voordeel uithalen voor de partij. Anders zullen reformistische en gauchistische standpunten blijven bestaan en sterker worden en dat bedreigt, op lange termijn, de eenheid.

Het geheel: is niet politiek genoeg, is niet genoeg verbonden met klassepositie en het propageren van het fundamenteel programma (want dat is er niet meer....!!)

77. De campagne
78. Dankzij de correcte oriëntaties en de tussenkomsten van de nationale leiding in verschillende provincies, was de campagne de beste die ooit georganiseerd is. Er zijn uitstekende resultaten inzake de recrutering van kandidaten, en meer in het bijzonder kandidiaten uit de immigratie, inzake het aantal medewerkers en inzake het militantisme, ondermeer dankzij de krant aan 5 fr.
79. De goede ervaringen van deze campagne moeten gesystematiseerd en verbeterd worden en zo goed mogelijk in het permanente werk van de partij geïntegreerd worden. Potentiele kandidaten zoeken kan een aspect zijn van het permanente recruterings- en eenheidsfrontwerk. (...)
84. In elke provincie moeten we een (kort) officieel bilan van deze campagne hebben en een (korte) beschrijving van de positieve ervaringen die in de toekomst veralgemeend kunnen worden.
85. Deze goede ervaringen worden, na systematisatie en verbetering, opgenomen in het richtlijnenpakket voor de volgende verkiezingen.
86. De kwaliteit van de campagne heeft ons gered van een nog grotere nederlaag. Dat moet niet dienen om onze fouten te relativeren, in tegendeel, het bewijst dat de fouten groter zijn dan wat de resultaten op zich laten doorschemeren.
87. De campagne toont ons ook de permanente mogelijkheden die er zijn en die wij niet gebruiken. Zij bevat elementen om vooruit te gaan, met name op het vlak van militantisme en recrutering. (....)
92. De systematisering van de ervaring uit het verleden en die van de recente campagne moet resulteren in de gedetailleerde uitwerking van een campagneplan voor de verkiezingen. Alle fazen moeten nauwkeurig bepaald worden voor wat de politieke taken, de vorming, agitatie, organisatie enz. betreft, als een echt oorlogsplan .(...)
95. De peterscampagne moet in de eerste plaats worden uitgedacht als een campagne om te recruteren en nieuwe medewerkers te organiseren. (...)
98. Slecht politiek beheer van de campagne, de essentiële dossiers om een goede politieke campagne te voeren waren niet op tijd klaar. Het plan moet bepalen op welk moment wij de thema's moeten vastleggen en de dossiers uitwerken.
99. Buiten de taken die moeten worden uitgevoerd en de vorming noodzakelijk om dat goed te doen, moeten wij geen mensen organiseren. In de verschillende fazen van de campagne moeten wij exact weten wat we op de verschillende terreinen kunnen voorstellen aan de sympathisanten die wij willen integreren (...) Voor de verschillende fazen moet het materiaal op tijd gepland en gerealiseerd worden.
100. We hebben een slechte politieke campagne gevoerd, niet omdat we niet genoeg politieke lijn hadden, maar men kon zeggen : orndat we er te veel hadden, orndat we er niet in slagen een beperkte politiek te voeren die tijdens een verkiezingscampagne kan begrepen worden. Essentieel : een centraal ordewoord ; enkele politieke thema's ; enkele scherpe kritieken tegen elk van onze tegenstanders; enkele dossiers die onze thema's ondersteunden ; een programma waarin het voorgaande uitgewerkt terugkomt : een repliek op de actuele thema's tijdens de laatste campageweken. (...)
103. Het profiel van de partij
104. De PVDA moet een duidelijk en positief profiel hebben bij de progressieven. Op dit ogenblik zijn wij niet onmiddellijk herkenbaar aan bepaalde ideeen, standpunten, verwezenlijkingen en eisen die wij voortdurend op een verscheiden manier naar voor schuiven. Wij laten de partij niet voortdurend identificeren met enkele punten die de massa's op prijs stellen. Wij moeten zeif, bewust, ons imago opbouwen op basis van onze sterke punten die de massa's al erkennen. Anders is het de burgerij die, doorheen haar voortdurende campagnes, ons profiel vastlegt.
105. Onze beste troeven voor ons profiel tijdens de verkiezingscampagne gingen de mist in, ondanks het besluit van het CC. "Rode Kaart voor het kapitalistisch systeem" "Doe de Rijken de krisis betalen ", eventueel verbeterd tot "Doe het grootkapitaal de crisis betalen" , plus de uitleg met cijfers : "Er is 500 miljard voor werk en onderwijs" . De vaststelling is algemeen : "In deze campagne was er geen centraal ordewoord, geen rode draad in wat we schreven." "Er was een centraal ordewoord nodig, verschillende benaderingen in verschillende middens. Bijvoorbeeld. Doe het grootkapitaal de crisis betalen. D'Orazio legt dat goed uit. 0m de 600 miljoen van de KB te recupereren, hebben zij niet de middelen, maar wel om een dopper om 6 uur 's morgens uit zijn bed te zetten ."
106. Onze politiek moet vertaald worden in programmapunten waar de massa's zich kunnen achterzetten. Het basisinkomen was het sterke punt van Vivant. Wij hebben de 500 miljard die we hebben laten vallen om ze door niets te vervangen.
107. "Wij hebben niets over de tewerkstelling ". Maar we hebben een Handvest voorwerk gemaakt. De oplossingen zijn te vinden in de tegenstelling tussen de opstapeling van enorme rijkdommen aan de ene kant en de toename van miserie en werkloosheid aan de andere kant. De werkloosheid is eerst en vooral terug te voeren tot de fundamentele tegenstellingen van het kapitalisme. De werkloosheid bewijst, net als de oorlogen in de wereld, dat dit systeem niet te verenigen is met de overleving van de mensheid. (...)
110. Onze concrete eisen moeten de mensen leiden naar het in vraag stellen van het systeem. De 'concrete eisen' moeten geen reformistische litanie worden. Voor de belastingen, de veiligheid, tewerkstelling, vervoer, gezondheid, moeten wij duidelijke ordewoorden hebben . (...)
112. We moeten voortdurend zoeken om ons profiel te verbeteren. Dit wil zeggen, nieuwe ideeën, standpunten en eisen vinden die overeenstemmen met de verandering van de situatie. Dat moet gebeuren in de krant en in het discussie- en enquetewerk aan de basis, dat vervolgens in de krant moet weerspiegeld worden. Alles condenseren in politieke resoluties van het PB of het CC. Steeds in verkiezingscampagne zijn, dwz het politiek gevecht voeren tegen onze tegenstanders.
113. De krant moet elke week een voorbeeld zijn van politiek en tactiek , van de inhoud van het partijprofiel overeenkomstig de besluiten die uit de verkiezingen komen. Elke week moeten onze leden en sympathisanten kritisch oordelen wat wel en niet overkomt, wat een efficiënte argumentatie is en wat intellectualistisch is. Onze campagne was vanuit politiek en tactisch standpunt even goed of slecht als de krant. (...)
116. "Het is de vijand die ons imago maakt." De vijand voert een onophoudelijke lastercampagne: geweldenaars, terroristen, aanstekers van migrantenrellen, voorstanders van alle dictaturen. Maar wij onderschatten de fascisering van de publieke opinie en lenen ons te vaak aan dergelijke aanvallen door tactische fouten. Wij zijn te sterk ingesloten in onze toren waar ons eigen gelijk niet wordt betwijfeld, maar onderschatten de ideologische en politieke veranderingen die de burgerij rondom ons teweegbrengt. (...)
118. Een deel van ons negatief imago is onvermijdelijk orndat het een uiting is van de antagonistische klassentegenstellingen tussen het proletariaat en de burgerij. "Wat er in Rusland is gebeurt, heeft een grote invioed op de arbeiders ." Het is de invloed, niet van wat er is gebeurd, maar van de leugens die de burgerij over het communisme verspreidt. We moeten erop antwoorden, maar meer nadenken over de tactiek, welke gevechten zijn voordelig om te voeren, op weike punten kunnen wij scoren, welke formuleringen zijn aanvaardbaar voor de progressieven.
119. Het anticommunisme is de gemeenschappelijke ideologie geworden van alle burgerlijke en kleinburgerlijke partijen, van de fascisten tot Ecolo en de trotskisten. De burgerij vindt misdaden uit die zogenaamd door de communisten zijn gepleegd, om de aandacht af te leiden van de reele misdaden van het kapitalisme. We moeten vooralles antwoorden door het antikapitalisme te ontwikkelen als basis van een alternatieve ideologie. Aantonen, op basis van voorbeelden wat de werkers hebben meegemaakt of vastgesteld, dat het kapitalistisch systeem inefficiënt, onmenselijk, wreed, moorddadig is, dat het vernieling en oorlog in zich draagt.
120. De grote lastercampagnes (Tien An Men, de rood-bruine Alliantie, terroristisch, niet democratisch, enz.) via dewelke de burgerij ons imago kneedt, moeten pertinente politieke antwoorden krijgen die permanent gebruikt worden. Niet : één enkele artikel en gedaan.
Onze tegenstanders hameren hun leugens erin, herhalen ze tot ze een algemeen erkende waarheid worden. Wij komen altijd mensen tegen die er door beïnvloed zijn.
121. Het weerleggen van anticommunistische lastercampagnes moet ook vertaald worden in de agitatie: objectieve feiten die het mogelijk maken onze ideeën over te brengen. De thema's vastleggen die in de huidige anticommunistische hysterie kunnen overkomen .
Wij moeten propageren wat klaarblijkelijk beter ging in de tijd dat het communisme bestond, feiten die zelfs de massa's die door het anticommunisme zijn beïnvloed, moeten erkennen. Enkele mogelijke antwoorden : objectieve feiten over de verwezenlijkingen van de USSR onder Stalin ; cijfers over de hallucinante catastrofe van vandaag ; de boom van kinderprostitutie die in het socialisme niet bestaat; het anticommunisme van Hitler als bron van heel het anticommunisme ; "Het was vroeger toch beter " ; waarom zeggen zij zoveel kwaad over Stalin die een land heeft opgebouwd en die het fascisme heeft overwonnen, en waarom zoveel goeds over Jeltsin die zijn land heeft verwoest en de hergeboorte van het fascisme heeft mogelijk gemaakt ? ; de USSR verhinderde de oorlog, nu lanceert het Westen zich met gebogen hoofd in de oorlog.
122. "Wij zeggen niet concreet wat ons alternatief is. Men moet aantonen dat de werkers in staat zijn om de maatschappij beter te besturen dan de bourgeois." Men moet niet in het utopisme vervallen, dat komt niet over. Wij moeten voor alles de grote problemen aantonen die het kapitalisme veroordelen: de private eigendom van de productiemiddelen, een repressieve antipopulaire staat om door middel van wettelijk geweld de uitbuitende klasse te beschermen die het leven voor de grote meerderheid onhoudbaar maakt. Er moet een andere eigendom komen, een andere logica in de productie, een andere staat die dat mogelijk maakt. De middelen bestaan om alle mensen een waardig leven te geven.
123. Betekenisvolle voorbeelden propageren van een andere manier om de socialistische maatschappij te besturen, op dit ogenblik in Cuba, in het verleden in Oost-Duitsland en in Tsjechoslovakije, twee geavanceerde landen die de vergelijking tussen socialisme en kapitalisme concreter maken.
124. Het profiel van de partij hangt ook af van de voorbeeldige relaties die onze leden met zoveel mensen hebben. Het gebrek aan profiel en het negatieve imago van de partij hangen ook af van het feit dat wij te veel bezig zijn met onze interne discussies. Men moet meer tijd nemen om onder de mensen te zijn, onze inplanting verbeteren en onze banden met de massa's. Onze leden verlammen in hun relaties met de massa's door te veel interne discussies, en van daar de schrik om 'de juiste lijn' niet te verdedigen, dat draagt bij tot ons negatief imago.
125. "Uw imago kan niet goed zijn indien de mensen u niet kennen, niet weten dat jullie bestaan." De verworvenheden van het militantisme in de campagne moeten permanent worden: "wij moeten permanent in 'verkiezingscampagne' zijn als wij ons willen opleggen tegenover onze tegenstanders." (...)
128. "Het profiel van een partij wordt ook gemaakt door het permanente werk van de leiders van de partij met de massa's. Men moet figuren opleiden als Julien Lahaut die een grote weerklank hebben ."
129. De "herkenbare gezichten" van de partij verzorgen. Kameraden promoten die nationale en provinciale boegbeelden kunnen worden. Vechten op een goed gekozen punt en een kameraad toelaten zich een naam te maken. Lieve Seuntjens over het embargo, Jan VB over de dioxine, Michel Collon over Joegoslavië en de oorlog.
130. Nagaan welke kameraden capaciteiten hebben politieke leider, boegbeeld te worden. ledereen heeft niet dezelfde capaciteiten. Wij moeten ook systematisch de kameraden zoeken met dat talent. Het is een specifieke kunst. Hen een speciale vorming geven en de tijd en de gelegenheid om bekend te worden, om de journalisten te leren kennen. Het voorbeeld bestuderen van GVM die "populair" wordt op basis van het werk van Geneeskunde voor het Volk dat wij doen! Geen valse bescheidenheid maar durven vechten op zich op te dringen, omdat het gedeeltelijk op basis van de boegbeelden is dat de mensen zich met een partij identificeren.
131. Een klein boekje over hen maken zoals "Sta op" . Het boek over Geneeskunde voor het Volk dat al 15 jaar wordt gevraagd, moet gemaakt worden voor de gemeenteraadsverkiezingen. Ook een video. Thema: wat is een echte communist ? Een boek over Tiny, over Pere Philippe, bij voorkeur in dialoog met iemand van de partij die zich op hetzelfde terrein kan bekend maken.

De 'goede ervaringen' die verzameld moeten worden hebben allemaal betrekking op “imago -” of “profiel versterken” en de mate waarin dit gelukt is.
In het algemeen:bezorgdheid om “profiel” en “imago” bepaald dat de oriëntatie van de partijwerking op verkiezingen is gericht en niet meer inplanting in arbeidersklasse deelnemen aan klassenstrijd en zo strategisch bewustzijn verhogen én communisten recruteren.

132. Politiek en tactiek
133. De wereld evolueert snel en er zijn catastrofes op kornst waarvan de massa's zich zeifs nog niet bewust zijn: ernstige economische crisissen (zie Rusland en Zuid-Oost Azie), fascisme (zie Algerije, Turkije) en oorlogen (zie Irak, Joegoslavië, Tchetchenië).
134. Het studie- en vormingswerk moet dus intenser worden en we moeten en authentiek marxistisch-leninistische strategische lijn uitwerken.
135. De massa's ondergaan een steeds afstompender propaganda, die in staat is ze te winnen voor eender weike misdaad. De propaganda slaagt erin D'Orazio voor te stellen als een gewelddadige maffioso, de PVDA als een terroristische organisatie en Joegoslavië als een genocidaire ethnicistische staat.
136. 0ns agitatiewerk moet radicaal gereoriënteerd worden in de zin die Roberto aangeeft.
137. We moeten een dubbele benadering hebben.
138. Vaak ontbreekt het ons aan een diepe overtuiging, maar we hebben ook te weinig tactische capaciteiten om, op het gepaste moment, onze overtuiging stap voor stap door de massa's te laten begrijpen. Er er is een band tussen de twee.
139. Enerzijds moeten wij de diepgaande, doorleefde, overtuiging hebben dat alleen de communistische partij de massa's naar hun bevrijding kan leiden en dat enkel de socialistische revolutie een oplossing biedt aan de problemen van het kapitalisme.
140. Anderzijds moeten wij objectief luisteren naar de huidige overtuiging van de massa's, enqueteren wat hun reele standpunten zijn, wat hen raakt en dan standpunten en voorstellen bepalen die het ons mogelijk maken hun vertrouwen te winnen die hen in staat stellen een stap in onze richting te zetten.
141. Er ontbreekt ons een essentieel element van de dialectiek.
142. We moeten tegelijkertijd juister, strikter, meer marxistisch-leninistisch zijn binnen de partij en tactischer en soepeler naar buiten toe. (....)
145. Als marxist-leninisten hebben wij onze eigen fundamentele principes en standpunten, een eigen logica gebaseerd op gezamenlijk aanvaarde wetenschappelijke premisses.
146. Eerst moeten we correcte marxistisch-leninistische standpunten en analyses uitwerken.
Wij zijn te vaak intellectualistisch, in de zin dat wij te veel en te oppervlakkig schrijven, zonder grondig te werk te gaan, zonder alle aspecten van een probleem te bekijken. Het intellectualisme komt ook tot uiting in het gebrek aan bekommernis om de ontwikkelde standpunten te doen bespreken en te verbeteren, om ze correcter te maken.
147. Voor de politieke uitwerking moet men vertrekken van de strikte klassenanalyse van het fundamentele materiaal. Dat is het essentiële aspect. De werkwijze voor de uitwerking van de tactiek staat daar tegenover.
148. Maar, wanneer je de fundamentele politiek uitwerkt, is het nuttig ook de thema's die de massa's vandaag het meest beïnvloeden in je achterhoofd te houden. Onze analyses moeten diepgaander, meer marxistisch-leninistisch zijn, maar zij moeten ook gemaakt worden om uit te monden in een praktijk om de massa's te veroveren. Zij moeten uitmonden op eenvoudige ideeën die we in het hoofd van de mensen kunnen hameren.
149. De fout is dus dubbel. Enerzijds zijn onze analyses niet grondig genoeg om uit te komen bij een juiste politieke oriëntatie. En je mag het analysewerk in geen geval minachten onder het mom dat het "in ieder geval intellectualistisch is, en buiten de klassenstrijd en de praktijk staat...".
150. Anderzijds zijn wij niet genoeg gericht op de gewone praktijk onder de massa's.
Aangezien iedereen niet alle kwaliteiten kan hebben, moeten de kaders die meer met de tactiek op het terrein geconfronteerd zijn, degenen die de lijn uitwerken verplichten om concreet antwoord te geven op hun bekommernissen. Voor de tactische uitwerking moet je eerst vertrekken van de opvatting die de massa's over de gebeurtenissen hebben.
151. De uitwerking van onze tactiek vertrekt niet van een wetenschappelijke analyse, een klassenanalyse van een gebeurtenis, maar van een analyse van wat de massa's werkelijk denken over deze gebeurtenis. Wij moeten antwoorden op enkele essentiële vragen, een voordelige strijd voeren, dwz: ideeen en feiten verspreiden die inslaan, waar de massa's kunnen achterstaan. We moeten niet meer spreken tot de massa's, om hen heel onze waarheid te zeggen, maar we moeten vertrekken van onze politieke lijn om een of twee waarheden te schrijven die de massa's kunnen begrijpen en ze positief naar ons toe kunnen laten evolueren.
152. We moeten weten op welke ideeën die leven onder de massa's we ons moeten baseren, op welke ideeën we onze aanvallen moeten richten en rond dewelke we de frontale aanval moeten vermijden.
153. We "gieten" te vaak onze stellingen en standpunten uit over de massa's, zonder erbij stil te staan wat zij ervan overhouden. De mensen besluiten daaruit dat wij nog altijd extremistisch zijn, te radicaal, met een zwart-wit visie.
154. De uitwerking van de tactiek vereist een correcte toepassing van het democratisch centralisme binnen de partij en van de massalijn buiten de partij, het vereist dat je de wil hebt om objectief alle standpunten te beluisteren.
155. Er zijn nog veel kleinburgerlijke tendenzen in de partij.
156. Nogal wat kameraden zijn niet fier over ons werk, over onze overtuiging, over ons programma; theoretisch zijn zij overtuigd van de juistheid van onze standpunten, maar zij geloven niet in wat zij doen, zij geloven niet dat het ooit gerealiseerd zal kunnen worden.
Het idee dat we vaak horen bij de massa's, komt onder een andere vorm voor in de partij zeif: wat de PVDA zegt is toch niet realiseerbaar.
157. Dat komt tot uiting in een sectaire discours, vol clichés en standpunten die voor de mensen buiten de partij onbegrijpelijk zijn. Het interne gelijk wordt het eerste criterium. "ledereen heeft te veel schrik om afte wijken, men wordt snel bestempeld als een links' of rechts-opportunist. Dat verlamt de partij." Wat wij in een pamflet zetten, is dat conform aan onze interne waarheid? Dat is een voorbeeld van sectair te werk gaan. Het eerste criterium moet zijn: zijn wij erin geslaagd een deel van onze boodschap over te brengen bij de massa's?
158. Lenin zegt dat de kleinburgerij de gewoonte heeft zich te laten doen en te klagen. Aangezien hetgeen wij aan de massa's zeggen vaak boven hun hoofd gaat, zijn wij niet zeker dat wat wij zeggen echt waar is en hebben wij er geen vertrouwen in dat de massa's ons gaan volgen. Het gevolg is dat wij ons vaak laten afmaken. Er is in de partij ook helemaal geen reflex om, van top naar basis, voordelig te antwoorden op eike aanval en op elke leugen.
159. Tijdens deze verkiezingen vinden wij het "normaal" dat bijzitters die sympathisanten die voor de partij willen stemmen moeten "helpen" zeggen: "Maar dat zijn communisten, wil je echt voor hen stemmen?" "Je kunt voor het FN stemmen, dat is hetzelfde". Het is niet normaal dat wij niet meer verontwaardigd zijn over dergelijke feiten, die ons niet onmiddellijk worden meegedeeld, waarop wij niet onmiddellijk reageren.
160. Het is allleen in woorden dat wij "ons niet meer laten doen". "Wij moeten ons niet laten marginaliseren. Wij moeten vechten voor onze plaats. Wij moeten vechten om onze plaats te krijgen in de media. Het persoonlijke contact met journalisten is belangrijk. Het is sectair te geloven dat zij allemaal ideologen van de burgerij zijn. Er zijn vele tegenstellingen onder de journalisten. Wij slagen er niet in daar voordeel uit te halen, door ons sectarisme en onze politieke passiviteit."

Door de oproep of de intentie “Vechten voor...” in functie te stellen van (louter) verkiezingen, krijgt dit geheel een kleinburgerlijk opportunistisch tintje.

161. Massalijn
162. Objectief evalueren wat er gebeurt onder de massa's, wanneer men vecht om een doel te bereiken. "Het is erg voor een voorhoedepartij dat zij de reele politieke stromingen onder de massa's niet heeft voelen aankomen. In Brussel hebben wij de terugval, in plaats van de vermenigvuldiging van ons stemmenaantal met drie, niet voelen aankomen."
"Er waren al duidelijke en cijfermatige voortekenen: op I mei verwachtten wij 1000 deelnemers meer, er waren er 200 minder. Dat bewees dat onze organisatiecapaciteit niet vergroot was." "In Luik hebben wij niet objectief gesystematiseerd wat er onder de massa's leefde. lk had standpunten gehoord van mensen die me zegden dat ze toch Ecolo zouden stemmen. lk vond dat niet belangrijk om te centraliseren orndat het niet positief was." "Vele leden en kaders waren voldoende onder de massa's aanwezig om hun geestesgesteldheid te kennen. Maar dat is niet gecentraliseerd."
163. Daaruit volgend twee tactische fouten. Wij hebben nagelaten op een verantwoordelijke manier te waarschuwen tegen een overmatig optimisme. Wij waren niet voorbereid op alle mogelijkheden, ook die van een nederlaag. Nochtans hebben we al ervaring met dit soort toestanden. We moesten ons voorbereiden op het moreel van de troepen hoog te houden, ook in geval van een nederlaag.

Doordat het hier gaat over verkiezingen en een slechte verkiezingsuitslag als “nederlaag” kleurt de analyse nogal kleinburgerlijk.

164. Wij vertrekken te veel van onszelf, van onze eigen revolutionaire ideeen. "Hoe de massa's denken, dat interesseert ons niet echt. Wij zijn opgesloten in onze kleine kring en bestuderen niet hoe voorhoede-elementen ofde massa's erin slagen te komen totjuiste standpunten." Wij willen geen rekening houden met de remmen die reeel aanwezig zijn onder het volk, met het niveau waar de massa zich echt bevindt. Wij hebben gezegd dat er zich rond Clabecq een revolutionaire stroming bestond, amar wij willen het reele niveau van deze stroming niet bestuderen. Wij projecteren er onze ideeen in en besluiten dat we het thema "de revolutie is de enige oplossing" kunnen populariseren. Maar daarmee breken wij onze nek op het niveau van de massa's.
165. De afwezigheid van massalijn komt ook tot uiting in het sectarisme, een weigering om te steunen op de mensen, ze te organiseren. "Ontslagen bij Monsanto. Wij delen een pamflet uit dat in zekere zin de delegees aanvalt. Wij hebben met de hoofddelegee geen discussie gehad, hij is nochtans een sympathisant!"
166. 0m zich met de massa's te verbinden moet men durven strijden en durven overwinnen. Als we geen hoge objectieven hadden vastgelegd tijdens de campagne, dan was onze impact op de massa's veel minder geweest. De mensen organiseren zich niet zoals de intellectuelen, om na te denken en te praten. Zij organiseren zich om te vechten en duidelijke eisen te bekomen. Voor de werklozen zijn dat punten zoals de vernietiging van artikel 80 ofhuiszoekingen bij de werklozen. In de fabrieken profileren wij ons niet meer rond eisen die wij effectief helpen afdwingen. In de chemie is er geen enkele eis meer die wij goed in handen hebben genomen: veiligheid, CAO of ontslagen.

Klinkt goed, maar uiteindelijk gaat het rond “imago” en “profiel” en dus staat de werking in de klassenstrijd zelfs in functie van verkiezingen en NIET (meer) in functie van het doen vooruitgaan in bewustzijn, en inzake van organisatie van de massa in strijd en in functie van voorhoede-recrutering

167. Gedurende lange perioden vechten voor bepaalde zaken en eisen die de mensen nauw aan het hard liggen. Een ding ten gronde realiseren, politiek en organisatorisch consolideren. Tegen het spontaneisme, tegen het "strovuurtje". Aan de Antwerpse haven, hebben wij in vijf jaar tijd niets gerealiseerd. Nu hebben we, samen met 100 dokwerkers het initiatief genomen voor een proces. We hebben een actie gevoerd met mensen die voor het Vlaams Blok sternden. Ook nationaal moeten er campagnes komen van lange duur, en in detail uitgewerkt op het niveau van de massa's.
168. We moeten concreet vechten voor de eisen van de massa's en terzelfdertijd hun bewustzijn ontwikkelen. Maar dikwijis voeren wij een economistische praktijk en ontwikkelen wij een dogmatische propaganda, onze zuivere waarheid. De communisten moeten vechten voor eisen die de massa's voorstellen en tegelijkertijd een of twee ideeen naar voor schuiven die deel uitmaken van hun politiek profiel. Hetzelfde principe geldt voor ons frontwerk.

“Onze zuivere waarheid” is dus “dogmatische propaganda”???

171. Een fundamentele rectificntie betreffende ons imago, tactiek en benadering van de massa's
172. Er bestaan diepgaande tegenstellingen over de stelling: "De partij moet verenigd zijn rond een strikt marxistisch-leninistisch programma of analyses, die naar de grond van de zaken gaan; maar in haar werk onder de massa's moet de partij veel aandacht besteden aan de tactiek, aan de massalijn, aan het bestuderen hoe onze boodschap "overkomt", aan niet alles over de massa's uitgieten, maar een of twee essentiële punten scoren in een gegeven situatie"
173. Wij moeten weten of er al dan niet eenheid is over het (interne) bilan van deze verkiezingen. Onze resultaten vormen een grote nederlaag, niet van onze politiek, maar van onze tactiek. Na de grootste golf volksbewegingen, na een massale, voorbeeldige, opgemerkte aanwezigheid van onze militanten in deze bewegingen, bekomen wij de slechtste scores van ons bestaan, behalen wij maar 50% van het minimum vooropgestelde cijfer van 70.000 stemmen. Wij staan voor een immens probleem en moeten al wat ons, ondanks de toewijding en het militantisme van onze kaders en militanten, heeft verhinderd om de massa's te overtuigen, de massa's aan de partij te verbinden, in vraag durven stellen.
174. "Er zijn fundamentele kritieken te maken op heel onze werkstijl en niet enkel op de campagne. Er is een fundamenteel probleem met de massalijn. Wij komen er niet toe de gedachten, de gevoelens, de ervaringen van de syndicalisten te centraliseren. De ideeen van rechts en extreem-rechts winnen veld onder de massa's. Wij hebben schatten aan menselijke contacten, maar zijn niet in staat te centraliseren, wij onderschatten de mensen. Wij disclissieren te veel "onder ons", wij moeten werken met de mensen, dag na dag, jarenlang".
175. Er zijn standpunten die weigeren te erkennen dat wij ernstige problemen hebben met de massalijn. "Men moet de massa's hun ervaring laten opdoen. In afwachting moeten wij blijven wie we zijn, zoals het ons vele sympathisanten vragen."
176. Er is verwarring tussen politiek en tactiek. In de grond moeten wij "blijven wie we zijn" voor onze politieke lijn, maar om die lijn over te brengen naar de massa's, moeten wij onze tactiek radicaal veranderen.
177. Er is de politiek, maar ook de tactiek. Wij hebben als fundamentele politiek de socialistische revolutie, het revolutionaire geweld, de omverwerping van de dictatuur van de bourgeoisie, de dictatuur van het proletariaat. Maar de tactiek moet aangeven wat, in de huidige omstandigheden, op het niveau van de massa's kan worden overgebracht en wat zij dichter bij onze politiek brengt. Een kameraad schrijft: "lk ben tier over onze acties: Said Charki, Mimoun, Irak, Vrede". Wij moeten tier zijn over onze strategische politieke lijn, maar niet over onze tactiek in deze zaken! Welnu, de verkiezingen zetten ons met de neus op de ernstige problemen van tactiek.

“ We moeten fier zijn over onze strategische politieke lijn” is “fier zijn over de kleren van de keizer”, want er IS geen strategische politieke lijn. Het is al gesteld sinds 1987 dat ons programma moet herzien worden. En in deze Resolutie wordt de commissie die dat zou voorbereiden (“voorlopig” maar uiteindelijk definitief) stop gezet.
Wij hebben als fundamentele politiek de socialistische revolutie, het revolutionaire geweld, de omverwerping van de dictatuur van de bourgeoisie, de dictatuur van het proletariaat. Maar de tactiek moet aangeven wat, in de huidige omstandigheden, op het niveau van de massa's kan worden overgebracht en wat zij dichter bij onze politiek brengt.” Daar die “fundamentele politiek” er NIET is, alleen maar in de vorm van algemene, niet concrete, frasen, is het spreken van “tactiek wat, in de huidige omstandigheden, op het niveau van de massa's kan worden overgebracht en wat zij dichter bij onze politiek brengt.”,zeggen “omdat het voor onszelf al niet concreet duidelijk is, spreek er dan met de massa ook maar niet over”. We moeten aangepaste “ordewoorden” hebben dat direct antwoord geeft op wat “de massa” bezighoudt.

178. De zin aanvaarden "lk ben fier over onze acties. Said Charki, Mimoun, Irak, Vrede", komt erop neer te ontkennen dat wij een fundamenteel probleem hebben, onze onmacht om te argumenteren op het niveau van de massa's ontkennen en om voor eike actie, in een klimaat van fascisering, de twee of drie punten te ontdekken die kunnen overkomen. Op basis van onze politiek die in het begin is uitgewerkt, moet de tactiek de twee of drie punten aangeven die op dit ogenblik, op het niveau van de massa's punten kunnen overbrengen die ze dichter bij onze politieke lijn brengt.
179. Men moet ermee ophouden zijn kop in het zand te steken, en de kameraden die het meest gauchistische en sectaire houdingen hebben verdedigd tov de massa's, zouden de eersten moeten zijn om bepaalde gewoonten in de partij in vraag te stellen. De nederlaag bij de verkiezingen moet ze ten minste verplichten na te denken. Welnu, het tegendeel gebeurt, er is maar heel weinig "activisme" om onze fouten en zwakheden uit te diepen. In tegendeel, men gaat terug tot de aanval over met de verdediging van een benadering die al bewezen heeft dat hij faalt. "Men mag dergelijke punten niet naar voor brengen. Dat men ons vertelt weike tactische fouten wij hebben begaan!" "Omwille van onze rol in de affaire Charki, hebben wij veel sympathie gewonnen onder de migranten". "Het is eenzijdig te stellen dat er dingen moeten veranderen in de partij. Wij zullen altijd gediaboliseerd worden door de burgerij".
180. Dat wij altijd gediaboliseerd zullen worden rechtvaardigt nog niet de gauchistische fouten op het vlak van de tactiek. D'Orazio wordt ook gediaboliseerd, maar op het vlak van de tactiek, van de capaciteit om de massa's zoals zij vandaag zijn, begrepen te worden, staat hij ver voor ons.
181. Spreken over de massalijn en over leren van D'Orazio, zijn holle woorden als wij niet onmiddellijk veranderen, als wij weigeren in alle objectiviteit na te denken over sommige kritieken van Roberto. Hij heeft niet in alles gelijk, maar wanneer hij na rijp beraad spreekt, hebben wij er belang bij dat ernstig te onderzoeken.
182. Over de affaire Charki, heeft Roberto gezegd : De burgerij wacht jullie op op dit terrein. Het zijn provocaties. En jullie hebben niet de krachtsverhouding, jullie moeten onvermijdelijk in de provocatie trappen. Soms moet men een laag profiel aannemen, enquetes doen, niets zeggen. Jullie bekomen een oppervlakkige en erg relatieve sympathie van de migranten, maar laten jullie afmaken door de Belgische werkers. Jullie zijn tevreden wanneer jullie je met de juiste lijn hebt laten zien, maar jullie bekommeren je niet om de manier waarop zij bij de massa's overkomt. In Anderlecht lieten jullie je opmerken, jullie zeggen dat de jongeren sympathie hadden. Maar toen ik een meeting hield heb ik gezien dat daar niets van aan was, dat erg weinig mensen uit de wijken aanwezig waren. De flikken werken in het milieu van de jonge migranten. Jullie moeten eerder achter de schermen werken. En wanneer jullie een met succes een grote actie hebben gevoerd, zoals Objektief, dan geef je die op een gouden schaaltje door aan de reformisten, in plaats van ze zelf tot op het bot en permanent uit te buiten.
183. In alle moeilijke problemen moeten wij twee dingen doen: bepalen wat de voordelige benadering is, waar wij punten kunnen scoren; volhardend zjin, een affaire verderzetten tot het einde toe in plaats van ergens voorbij te komen als een strovuurtje, er alle politieke en organisatorische vruchten van plukken.

Dit is op een opportunistische manier parafraseren wat D'Orazio zegt (of zou hebben gezegd...)
  1. jullie zijn tevreden wanneer jullie je met de juiste lijn hebt laten zien”. Zoals gezegd die “juiste lijn” was er niet! De werking in de diepte onder de jonge werkers vanuit de migratie-oorsprong voozover we die niet bereiken (omdat ze geen werk hebben) als collega-werkers op de werkvloer, was er niet.
  2. Maar de affaire Said Charki was er wel ineens. En dan was het de zaak wat doen we als partij. (de twee lijnen vanuit 5e congres.....) en doordat er onvoorbereid erin gesprongen was, werden er fouten gemaakt (zoals D'Orazio aangeeft), fouten die voortkomen uit punt 1.
  3. Objectief was vooral een bewustmakings-actie naar de meerderheid van de bevolking toe, op zich een “hervorming” en dus “reformistisch”. Het resultaat alleen maar afgeven (als petitie) aan de regering en er verder niets meer mee doen staat in feite los van de beslissing om bij de politiemoord op Said Charki “de kant van de jongeren te kiezen”.
En zo moet punt 183 in twee gedeeld worden. Wat “Objectief” betreft moesten we “volhardend zijn, een affaire verderzetten tot het einde toe in plaats van ergens voorbij te komen als een strovuurtje, er alle politieke en organisatorische vruchten van plukken.
Maar ingeval van “het optreden in de zaak Charki” zeggen “ In alle moeilijke problemen bepalen wat de voordelige benadering is, waar wij punten kunnen scoren”, wil zeggen “ons niet teveel profileren in die zaak omdat het ons punten (=stemmen) kan kosten”.

184. Voor Irak hebben wij drie sterke punten : 1. Het humanitaire, de vreselijke misdaden van het embargo die volledig worden verborgen door de burgerlijke media; 2. De liquidatie van het internationaal recht door de Verenigde Staten; 3. Een oorlog en interventies voor de olie. Onze hoofdfout hier was dat we geen standpunt hebben ingenomen op lange termijn, door deze campagne gedurende vele jaren te voeren. We hebben gesproken over een honderdjarige oorlog zonder dit ordewoord au serieux te nemen.
185. Mimoun was een gevecht waar alle voordeel aan onze kant lag. Wij hadden deze zaak ten gronde moeten uitwerken, ze lange tijd gebruiken in de scholen en wijken, bepaalde ideeen binnenbrengen, mobiliseren tot het einde.
186. De oorlog van Joegoslavie heeft ons vele stemmen gekost. De partij moet een fundamentele, marxistisch-leninistische resolutie opstellen in dergelijke kwestie, maar ook een tactische lijn voor het werk onder de massa's die rekening houdt met het burgerlijk ideologisch offensief. Het was : Neen aan de oorlog, deze oorlog bereidt er andere voor tegen Rusland, Europa installeert zich in de oorlog, hij kan bij ons komen. de oorlog brengt grote winsten mee voor de monopolies, betekent altijd een 'uitweg' voor diepgaande crisissen. De voornaamste aanvallen van de burgerij tactisch in twijfel trekken. Twijfel zaaien, dat kan wel overkomen; zeggen dat Milosevic geen ethnische zuiveringen doet sluit voor ons alle deuren. Op de moeilijkste punten, vaak terugkomen op de argumenten en de feiten die het doen ".
187. "Wij worden als te extremistisch aangevoeld. Het extremisme en het communisme maken bang." "Wij worden altijd geïdentificeerd met een houding van alles of niets ." Hier is er een deel anticommunisme dat onze leden en kaders kan beïnvloeden en ze op politiek vlak naar het rechts-opportunisme duwen. Maar deze opmerkingen kunnen ook een deel waarheid bevatten, in de zin dat onze tactiek niet is uitgewerkt om door de massa's te worden begrepen. Wij brengen vaak op het niveau van de massa's naar voor watjuist en essentieel is voor ons- Maar omdat dat vaak de punten zijn waarop de burgerij het meest doorhamert, komt het niet over. Daar waar de burgerij aanvalt, moeten wij niet " ons gelijk " propageren, maar fouten zoeken bij de vijand, zoeken waar wij positief punten kunnen scoren.
188. Men moet de problemen aanpakken die de massa's het meest beroeren (en er niet vor vluchten omdat dat delicaat is...) door standpunten te formuleren die zij kunnen begrijpen. Als de mensen volledig op het probleem van de veiligheid zijn gericht, moeten wij er alles op zetten om alle antwoorden te vinden die werken . Dat punt werd besproken op de vergadering van maart. De betrokkenheid van rijkswachters en politie bij alle grote misdaden. De grootste criminaliteit is die die in de hoogste milieus voorkomt. Werk en waardigheid voor alle jongeren. Populaire initiatieven om de drugs en de kleine criminaliteit te stoppen.

Het LIJKT wel (ivm Irak, Minmoun en Joegoslavië) allemaal héél correct....maar uiteindelijk blijft het optreden in de zaak Charki gewoon als “gauchistisch” bestempeld. Er wordt niet over een bilan gesproken in die zaak ....De partij(-leiding) in zijn geheel blijft hier in gebreken..;; maar in 2004 wordt die wel aan Nadine RosaRosso persoonlijk aangerekend!
Ik zette ooit Deel 2 van mijn analyse “Over het revisionisme in de Europese Communistische Beweging” op het internet. Ik moest toen deze tekst zelf weer in twee delen voor ik ze kon uploaden. Op wetenschappeliijksocialisme.blogspot.com kun je deel 1 (....van het genoemde Deel 2 van “Over het revisionisme ....” dus aanklikken op "Overrevisionisme in Eur. Com. Bew. deel 1(ahv voorbeeld PVDA) 
Hierin val te lezen:

In de Resolutie van 1999 wordt verder verwezen naar “het bilan van de zaak “Charki”, alsof iedereen dat bilan kent en weet waar het over gaat.
In de Resolutie van 5 april 20041 wordt gesteld dat "foute individuele opvattingen" of dat "een min of meer eenzijdige opvatting" het zelfde is als "een consequent uitgewerkte revisionistische lijn verdedigen".
Alle partijleden en –kaders zullen INDIVIDUEEL wel eens opvattingen verkondigen die beoordeeld zouden kunnen worden door de eenheid waar men zit als “gauchistisch”, “kleinburgerlijk” of weet ik wat.
De resolutie van 5 april 2004 zegt in navolging van de resolutie van 1999 en “een juiste interpretatie” van Partij van de revolutie (vijfde congrestekst): “De partij heeft een probleem met te bepalen van die werking van die organisatieprincipes, die tactiek, dat verkiezingsprogramma dat kan leiden naar electorale successen.
IN FEITE wordt gesteld:
Het openlijk optreden van de partij aan de kant van die “Belgen” die omwille van hun culturele arabisch-islamitische afkomst gediscrimineerd worden en waarop de repressie op de hele werkende bevolking “geoefend”wordt, moet altijd zo zijn dat zij kan leiden naar stemmenwinst OOK BIJ werkers van NIET-islamitische culturele afkomst. Principiële standpunten met als doel het bewustzijn van andere lagen van de bevolking op te trekken tot een niveau die ze , in de verkiezingsperiode waar het gaat om stemmenwinst, overwegend nog NIET hebben, moeten vermeden worden.
Principiële JUISTE standpunten verdedigen op een moment dat een groot deel van de werkers tijdens de verkiezingen daar juist een zwaar probleem mee hebben is “gauchisme en sectarisme”.
Zo verdedigde Kautsky ook als houding van sociaal-democratische parlementairen tegenover "het stemmen voor de oorlogskredieten" en "deelname aan de oorlog": Principiële standpunten verdedigen over het IMPERIALISTISCH karakter van de oorlog en dus het afwijzen van DEELNAME aan de oorlog is gauchisme en gaat in tegen de massalijn, op een moment dat bij de massa's om allerlei redenen, bijvoorbeeld omwille van vaderlandslievende gevoelens bij een groot deel van de werkers er een standpunt overheerst van DEELNAME aan de oorlog.
Eerst wordt …geroddeld dat NRR verschillende niet nader gespecifieerde en niet gedocumenteerde opvattingen had, die gewoon gecatalogeerd worden onder “gauchistisch” en “sectair”. Via een resolutie in maart 1999 tegen – zo bleek in 2004, maar was door mij in 1999 niet geweten – “het gauchisme” van de toenmalige secretaris generaal, wordt er een resolutie opgesteld na “de verkiezingsnederlaag “ van 1999 waarin “de grote bilanpunten”blijken neer te komen op "bureaucratisme, sectarisme en gauchisme". Er wordt gesuggereerd dat het demokratisch centralisme nauwgezet gevolgd werd want de resolutie van 1999 was “gebaseerd op 130 bilanrapporten”.
In de resolutie van 1999 wordt ingegaan op “de zaak Charki” en het gebruik ervan in de verkiezingscampagne in 1999. Hierbij wordt gesteld dat dit ”gauchisme en sectarisme” is. Vervolgens wordt (in 2004 dan) geïnsinueerd dat NRR daarvan de hoofdschuld draagt omdat “op het CC van 1999 verzette NRR zich onderandere tegen het bilan van de zaak 'Charki' ".
Er wordt gesuggereerd dat iedereen binnen de partij nog weet waarover het gaat. Dus een eerder onwetende (zoals ik in 1999) of een relatief nieuw partijlid (bv in 2004) zal denken: ‘Het is zeker dom om te vragen waar het in feite over gaat met “de zaak Charki”, en het zal allemaal wel kloppen want het klinkt logisch
In een Solidair waar “de zaak Charki” gebruikt wordt in de propaganda voor de verkiezingen, de

Interview met Abdel Koutoubi, een jaar na de opstand in Kuregem
Aan ons lot overgelaten, ons economisch lot”, zo vat Abdel Koutoubi de situatie van de Brusselse wijk Kuregem samen. Hij is 24 en studeert nog.
Een jaar na de opstand die volgde op de moord op Saïd Charki door een rijkswachter, vertelt hij ons over deze volkswijk en de geschiedenis ervan.
DAVID PESTIEAU

De regering en de media praten graag over het geweld van de jongeren maar hier zie je vooral het geweld van het systeem waar die jongeren in leven. Met name in het onderwijs, waar de sociale selectie enorm is. Hoe komt dat?
Abdel Koutoubi. Bijna de helft van de inwoners van Kuregem geraakte niet verder dan lager middelbaar, schreef Le Soir van 10 november vorig jaar. Onder de migranten hier (13.000 op 20.000 inwoners) zijn er slechts 25 met een universitair diploma! Dat lijkt ongelooflijk maar toch is het zo.
Wat ik heb doorgemaakt, geldt voor alle jongeren hier, wij zouden elkaars foto kunnen zijn. Op de lagere school gaat het gewoonlijk nog wel, alle ouders dromen dat hun kind het wel tot dokter zal schoppen. Ze sturen je naar Bracops of Théo Lambert, de goeie scholen in Anderlecht. Maar daar hou je het niet lang uit, de leraars willen je niet helpen en jij bent natuurlijk ook geen doetje, je begaat jeugdzonden. Mijn vader kon mij niet helpen, hij werkte in ploegen, bij de Forges de Clabecq. Als hij met de nacht stond, sliep hij overdag; stond hij met de late dan kregen we hem helemaal niet te zien. Hij heeft me wel opgevoed maar met zo’n uren kon hij me niet helpen bij mijn schoolwerk. Kortom, na je eerste of tweede middelbaar vlieg je buiten. Mijn moeder kon alleen de brokken lijmen. Ze stuurden me dan naar Providence, daar wilden ze me in de beroepsafdeling steken. Dat wilde ik niet en uiteindelijk kwam ik in de Arts et Métiers terecht. Als je daar slaagt, heb je ‘het recht’ je weer in te schrijven in het algemeen secundair. Ik vond een katholieke school, vol racisten. Een leraar zei me ooit: ‘Bekijk me zo niet, ik heb familie bij de rijkswacht’! Ik ging naar een andere school, die meer open stond, en waar ik mijn lager middelbaar uitdeed. Dan weer een nieuwe school, weer nieuwe moeilijkheden. Ik trapte het af maar dank zij zelfstudie kon ik toch meedoen met de ingangsexamens in een sociale school en ik slaagde. Maar je ziet welke obstakels er zijn. Er zijn jongeren hier in de wijk die alternerend leren (deeltijds werken, deeltijds leren). Maar ze vinden geen stageplaats en hun opleiding wordt geannuleerd!
(...)
Hoe kijk jij vandaag tegen die opstand van vorig jaar aan? Was het nodig dat de jongeren in opstand kwamen?
Abdel Koutoubi. Ik ben een realist. Ik denk: gelukkig maar dat er nog ergens een opstand losbreekt want anders blijven ze ons neerschieten als konijnen. Nu denken die agenten misschien twee keer na voor ze hun revolver trekken, dat hoop ik tenminste.
Maar de jongeren hebben meestal geen andere middelen. Het comité P (dat geacht wordt de verschillende politiediensten te controleren, nvdr.) heeft net cijfers van de klachten uitgebracht: in Brussel zijn er dat bijzonder veel. In Kuregem ken ik veel mensen die klacht hebben neergelegd maar daar is niks van gekomen. Wat moeten ze dan doen?
Wat denk je over de strijd van Clabecq?
Abdel Koutoubi. Ik ben de zoon van een arbeider van Clabecq. Als ik die dimensie van mijn identiteit weglaat, blijft er niet veel over. Het zijn gevechten zoals die van Clabecq waar wij onze rechten aan te danken hebben. Mannen zoals D’Orazio, die een beweging loswerken, die hebben wij nodig. Want het systeem is heel gewelddadig tegen ons.
En wat vind je van de PVDA?
Abdel Koutoubi. Ik ben absoluut geen lid van de PVDA maar ik moet toegeven dat die partij een van de enige was die de problemen van de jongeren van Kuregem naar buiten bracht en op het voorplan zette.
Geen straffeloosheid, vrijspraak voor de opstand!
De rijkswachter die Saïd Charki neerschoot op 7 november 1997 zou zijn dienst hervat hebben in Kuregem: een ware provocatie voor de jongeren van de wijk. Hetzelfde gebeurde in Kuringen (Hasselt): de agent die in januari op de jonge Morad schoot, bleef gewoon in dienst. Rijkswacht en politie zetten hun beleid van terreur en repressie gewoon verder. (...)

Gérard Mugemangango zit in de leiding van Rode Jeugd Brussel:
“Rode Jeugd mag fier zijn dat we na de dood van Saïd Charki het protest van de jongeren organiseerden. Een jaar later zetten we het gevecht verder, tegen de sfeer van berusting die men de jongeren wil opdringen. (...)
Is dit nu een voorbeeld van “het gauchisme” waar de resolutie van 1999, Partij van de revolutie, en de resolutie van 5 april (2004) tegen NRR het over hebben?
Is het “gauchisme” als de PVDA in een verkiezingscampagne de noodzaak van antiracisme, gelijke rechten, het recht van verzet en opstand tegen het racistisch geweld vanwege het staatsapparaat beklemtoond? Is het “gauchisme” als zij in een Solidair waarmee propaganda gemaakt wordt tijdens de verkiezingscampagne opstandige “migranten”-jongeren (het zijn allemaal wellicht reeds Belgen…) aan het woord laat, die opkomen voor hun rechten? Is het “gauchisme” als je het mensen aan het denken zet, maar waarbij deze mensen wellicht (voorlopig) nog moeite zullen hebben om voor de PVDA te stemmen? Is het “gauchisme” als je tijdens de verkiezingscampagne intens propaganda voert en diskuteert over voorhoedestandpunten – om dat je in verkiezingscampagne, zoals Lenin zegt, daar juist meer mogelijkheid en kans voor hebt – , maar hetgeen je wellicht STEMMEN kost bij een kiesgerechtigde massa.
Eén van de bilanpunten van “de zaak Charki” zou moeten geweest zijn, dat een communistische partij verplicht is, juist DAT deel van het proletariaat, afkomstig uit de migratie en daarom gediscrimineerd en waarop de antiarbeidersrepressie (NU reeds) geoefend wordt tegen opstanden, te bereiken, en in haar (reeds aanwezig spontaan) verzet te leiden en de voorhoede-mensen die aanzien hebben in dat milieu en die erkend leider zijn, te organiseren of er toch kameraadschappelijke banden mee te hebben, en dat men ZICH MOET INPLANTEN in die wijken, in dat deel van het jonge proletariaat afkomstig van de migratie. Een bilan punt zou ook kunnen zijn: Er zouden partijmilitanten (en kaders) definitief moeten kiezen om DAAR te gaan wonen en zich in te planten.
Was NRR wellicht daar voorstander van? Had een bepaald deel van de partijkaders het hiermee wat moeilijk? Werd daarom ( om de eigen ideologische weerstanden te overroepen...) echte of vermeende fouten in de campagne snel aangegrepen voor de “strijd tegen het gauchisme”? (Het is opvallend dat juist Boudewijn Deckers die omwille van ideologische problemen in de eind jaren '90 zelf ontslag nam uit de partij, in 2004 - heropgenomen en als nationaal kader (her-)benoemd – de “strijd tegen de secretaris-generaal Nadine Rosa-Rosso LEIDDE!)
In ieder geval legt de Resolutie van 2004 niet uit wat concreet “het gauchisme” was van NRR dat zij TOEN al zou hebben (in 1999), en niet wilde afzweren en hoe zij hetzelfde “gauchisme toepaste in 2003” en daardoor aan de grond lag van “de foute campagne Resist”…. Fout omdat het leidde tot “een VERKIEZINGSdebacle”.?!

Verder Resolutie van 1999....:
189. Organisatie
190. Wij moeten sommige van onze opvattingen over de voorhoede-partij herzien, ze duwen ons, in de huidige omstandigheden, naar sectarisme en dogmatisme, dwz naar erg zuivere opvattingen, die ons van de progressieve massa's afsnijden, die potentieel bij ons zouden kunnen komen. Dat houdt verband met het onevenwicht tussen ons intern werk, dat "erg juist is vanuit ML-standpunt" en onze beperkte politieke impact en organisatorische greep op de massa's.
191. " In de partij zoals die vandaag is opgebouwd en werkt, is er een groot probleem van bureaucratic, men houdt zich niet bezig met de mensen, de sympathisanten, de potentiele leden. Men registreert honderden medewerkers, maar dat heeft geen enkele implicatie op de praktijk. Wij zijn niet in staat de mensen duurzaam te ornkaderen."
192. " Wij zijn als een strovuurtje, komen voorbij, verkopen onze krant, maken medewerkers, en dan niets meer ." Activisme, in plaats van opbouw van een organisatie met de mensen zoals ze zijn. Activisme van onze kant die het de mensen niet mogelijk maakt zich stap voor stap te engageren voor de revolutie.
193. "De secte-opvatting is diep verankerd, een houding van geen vertrouwen hebben in de massa's" . Men behoudt het imago van een partij voor 'supermensen' : nieuwe kameraden mogen niet alleen van deur tot deur gaan. Geen bekommernis om de nieuwe mensen te ornkaderen om hen zo vlug mogelijk te leren op een 'doenbaar' niveau te militeren. " En men klaag dat men alles zelf moet doen ! ".
194. Dat is tegelijkertijd een houding van geen vertrouwen in de partij, orndat men niet gelooft dat de partij goed kan overkomen bij de massa's. Dat is de organisatorische implicatie die volgt uit het niet verstaan van de verhouding tussen politiek en tactiek. Indien onze tactie juister is, zullen onze leden zich gemakkelijker verbinden met de progressieven.
195. Alles zai op papier blijven staan indien wij het bureaucratisme en het sectarisme, die diep ingeworteld zijn in de partij, niet diepgaand bekritiseren. "Het werk met de medewerkers is een routine, de verantwoordelijken interesseren zich niet echt voor de mensen, wat nochtans de eerste kwaliteit moet zijn van een communist. Zij kennen de mensen achter de fiches niet, werken niet met hen, helpen de celleiders niet zich op hen te steunen.
196. " ln Charleroi hebben we veel medewerkers gehad in 1995, veel mensen met Nieuwjaar. Wij waren niet in staat dat te consolideren. Onze inplanting is veel kleiner geworden. Geen AIB meer, geen antiracistisch werk, geen werk meer onder de jongeren, weinig propaganda, weinig aanwezigheid in de straat, weinig syndicaal werk, weinig enquetes. Nochtans zijn de mogelijkheden enorm, zie de resultaten van Debout."
197. Er moeten aangepaste scenario's zijn voor de massa medewerkers. Eenvoudige campagnes, die de mensen interessant en belangrijk vinden, met de middelen die zij kunnen gebruiken. Met begeleiding, politieke steun 'van lage intensiteit': eenvoudige teksten, video's.
198. "Het sectarisme brengt ravages aan, routine, defaitisme en de geest van de kleine partij. We laten ons als kleine kinderen isoleren in de fronten. Geen werk op lange termijn om de linkerzijde bij ons te brengen, het centrum te winnen, de rechterzijde te isoleren. Men is tevreden met kleine vergaderingen van overtuigden. De wil om zich systematisch en voor alles afte bakenen ."
199. "De campagne kende een uitzonderlijk organisatorisch succes, we hebben het aantal medewerkers verdubbeld, tot 4000 . Maar... als we dat de komende vier weken niet serieus in handen nemen, zullen we veel mensen verliezen. Een doorbraak op het niveau van de medewerkers. Maar de kwaliteit van het werk met de medewerkers is middelmatig. Er is geen betekenisvolle uitbreiding van de troepen. "
200. Het dringendste punt is de consolidatie van de medewerkers. Men moet ze eerst politiek consolideren met een juist standpunt om onze slechte resultaten te doen veiteren.
201. Hoe de medewerkers politiek consolideren ? Welke voorstellen voor de onmiddellijke toekomst ? Vooral: welke voorhoede-voorbeelden van consolidatie zijn er? Welke praktische taken, waarvan zij het nut zien, willen de medewerkers opnemen ? Welke vorming van 'lage intensiteit' kan men ze geven ? Zonder vooruitgang, zeifs met kleine stappen, blijven de mensen niet.
202. Te veel militanten zonder basis, die zelfs geen net van 5 personen hebben. De inplanting op de werkplaatsen, in de wijk leiden, het politiek werk in de vrienden- en familiekring. Eenvoudige voorbeelden, die binnen ieders bereik liggen, centraliseren.
203. De verhouding tussen intern werk en inplantingswerk onder de massa's echt omgooien.

Dit zegt niets voor de militanten die (meestal “undercover”) ingeplant werken in de arbeidersklasse en niets over het fundamentele partijwerk: via participeren in de klassenstrijd het bewustzijn verhogen, de massa voor de strijd organiseren en de voorhoede recruteren in functie van de revolutie.
Daarbij, “de fouten bij het optreden in de zaak Charki” is NIET een probleem van sectarisme of een geldige reden tot “een herzien van voorhoede-karakter.....” Die fouten zijn(waren) wellicht onafwendbaar juist door een ONVOLDOENDE uitwerking van fundamentele politieke lijn.
Het probleem van “bureaucratie” is juist het ONTBREKEN van de geest van klassenstrijd, dat op moment van “Charki” capituleert en zijn kop in het zand steekt. (zonder nu de eventuele fouten bij het optreden toe te dekken)

204. De krant nog eenvoudiger maken, een objectieve studie maken van wat onze basisleden en sympathisanten lezen. Eens per maand een krant die een groter agitatiekarakter heeft, te verkopen aan de productieprijs: 5 of 10 fr. Mogelijkheid om bijlagen te maken, substantielere documenten onder de vorm van gecopiëerde dossiers.
205. Permanent gebruik van oude documenten en video's die altijd essentieel zijn om een communistische visie te verwerven. Tegen de werkoverlast met intern werk die tien keer min of meer dezelfde teksten maken die tien keer ongebruikt blijven. De efficiëntie en de rentabiliteit van al wat wij produceren strikt meten. Elke productie moet in het begin zijn rentabiliseringsplan hebben en op het einde zijn rentabiliteitsbilan. Bestelbon : op materialistische wijze de impact van elk pamflet of eike publicatie afmeten.
206. De sector van de gemeentelijke, de wijkcellen, de werklozen, de patiënten ontwikkelen.
(...)
212. Eenheden oprichten voor het werk met de doppers.
213. Zich inplanten onder de progressieven. De Groene heeft een Poëtisch Aperitief-feest met 60 mensen. Niemand van EPO of de partij. Onze sectaire en gauchistische politiek tov het front tegen de oorlog van de NAVO die progressieve organisaties groepeert.
214. Tijdens deze campagne de goede ervaringen en de fouten systematiseren met de eenvoudige basiscellen.
215. Een laag leden creëren die gewoon een partijkaart kopen om lid te zijn op het meest elementaire niveau. Een kleine brochure die uitlegt wat de partij van hen verwacht, wat zij van de partij kunnen verwachten. Hen een heel rudimentaire opvoeding geven via heel eenvoudige politieke artikels, video's. Een oftwee lage vormen van engagement

Zeker alleen al als dat dit in functie staat van verkiezingen en verkiezingsuitslag (en daarvoor imago en profiel centraal stellen) is dit opportunisme van het zuiverste water.

218. Het rechts-opportunisme vermijden dat alle mensen automatisch op het laagste niveau klasseert ! Men moet de voorwaarden om 'volwaardig' lid te zijn uitleggen, de brochures geven die er de basis en de regels van uitleggen. Men legt de gegrondheid, de noodzaak uit. Een discussie vragen over volwaardig lidmaatschap.
219. De lidkaart is ook een wapen tegen het liberalisme. Men moet de mensen in de partij trekken en duwen en niet passiefafwachten.
220. Snel een lidkaart voorstellen laat ons toe te weten wat de werkers echt denken. Linkse delegees van het ACV-CSC zijn naar Clabecq gegaan. Het is pas na de verkiezingen dat wij vaststellen dat ze voor Agalev hebben gestemd ! (...)
224. Een organisatiebulletin publiceren met de voorhoede-ervaringen op het vlak van de recrutering, de organisatie, agitatie, vorming. Het organisatiebulletin moet de goede ervaringen bundelen van de verschillende niveaus in de partij : het laagste niveau : leden ; basiscelleden ; celbureaus van basiscellen ; cellen, enz.
225. Op elk niveau : Wat vragen we hen ? Wat geven we hen ? Wat stellen we hen voor ?
Hoe op elk niveau een aangepaste vorming garanderen: video's, eenvoudige teksten, krant, uiteenzettingen en discussies. Welke propaganda- en agitatietaken: krant, pamfletten, video's. Welke organisatietaken ?
226. Voor elk niveau: hoe zo snel mogelijk de overgang naar het hogere niveau garanderen, om te verhinderen dat de mensen te lang op een te laag niveau blijven waar ze niet het beste van zichzelfkunnen geven ?
227. Voor elk niveau een of twee kaders voorzien die ook nationale verantwoordelijkheden opnemen : aan de partij leren na te denken in functie van veel leden van de laagste niveaus van de partij; alle campagnes en al het materiaal op hun niveau vertalen (of bepaalde zaken selecteren en andere laten vallen) ; de beste ervaringen centraliseren.

Hier wordt toegedekt dat het in feite de “medewerkers in verkiezingen” die “een nieuwe laag partijleden” worden.

228. Algemene besluiten
0m de aandacht te vestigen op de belangrijkste punten ait de tekst vatten we hierna de concrete besluiten samen.
229. Op basis van de voornaamste besluiten van de verkiezingen, een planning van 14 maanden opmaken, tot na de gemeenteraadsverkiezingen. We moeten de partij reorganiseren in functie van de doelstellingen voor de komende 14 maanden. (...)
234. De verhouding tussen intern werk en inplantingswerk onder de massa's werkelijk doorbreken. (...)
237. Meer krachten op de provincies concentreren, de nationale kaders verplichten om doorbraken te realiseren in de provincies, op basis van de reele problemen van de militanten en de massa's, om realistischer te zijn in onze plannen en meer belang te hechten aan de verwezenlijking van voorhoede-ervaringen en de centralisatie van goede ervaringen van onze militanten. 'Een permanente dagelijkse structuur van STAA-nationaal is niet nodig'.

Op de provincies” in plaats van “op de punten waar de klassenstrijd het best ontwikkeld kan worden, de arbeidersconcentraties”, betekent strategie ontwikkelen in functie van verkiezingen. De “provincies” is een legalistische, louter naar buiten toe ('imago', 'profiel') gerichte oriëntatie....Héél concreet: Kris Hertogen werd AFGEZET als kader-STAA-nationaal...om dan aangesteld te worden als (provinciale kaderniveau) Politiek Secretaris van Luik.

238. De essentiële taken voor een jaar vastleggen. (....)
239. E-mail gebruiken om het aantal nationale vergaderingen te beperken. E-mail moet dringend het communicatiemiddel bij uitstek worden tussen de verschillende partijleidingen en met name de provinciale leidingen ! De uitwisseling van ervaringen kan onmiddellijk gebeuren, men moet niet wachten tot er een PSV doorgaat. Vb : voor de verkiezingen, voor de grote strijdbewegingen. (...)
243. Voorstellen voor reorganisatie voorbereiden, met alternatieven, en vervolgens een conclaaf organiseren met alle betrokkenen over de taken en de nieuwe verdeling van het personeel. Garanderen dat er een politieke, ideologische en organisatorische eenheid is over de reorganisatie. Vermijden dat kameraden binnen een jaar komen zeggen dat wij geen rekening hebben gehouden met bepaalde omstandigheden om oplossingen op te leggen die niet konden werken.
244. Het fundamenteel programma uitstellen naar later, vastleggen welk voorbereidend werk moet en kan gedaan worden tijdens deze periode. In de onmiddellijke toekornst is het niet het gebrek aan een samenhangende visie op het kapitalisme en het imperialisme vandaag of een revolutionair strijdprogramma voor de komende tien jaar, dat ons het meest blokkeert. Het is wel degelijk de vertaling van de grote hoeveelheid ML-analyses waarover wij beschikken in agitatie en propaganda die op het niveau staan van de arbeiders en workers.

Opportunisme? Dit is al een revisionistische ontwikkeling!

245. Twee commissies oprichten, onderverdeeld in subgroepen.
246. De commissie politieke partijen systematiseert de essentiële standpunten en besluiten, alsook de propaganda en het verkiezingsprogramma van onze tegenstanders van de laatste jaren, met als doel agitatie: 'gewone' werkers overtuigen. In volgorde van belangrijkheid: Agalev-Ecolo, Vlaams Blok-FN, PS-SP, PC-KP, Trotskisten POS en Militant, VLD-PRL, CVP-PSC.
247. De commissie economische analyse van Belgie en Europa. Doelstellingen : Bewijzen dat de echte beslissingsmacht in de 'democratie' bij de monopolies ligt en niet in het parlement. Cijfers, feiten en eisen vinden die de werkers tegen hun echte vijand opzetten. Bewijzen dat het een systeem is dat vanuit economisch standpunt niet 'werkt', bewijzen dat het noodzakelijkerwijze werkt tegen de belangen van zij die de rijkdommen creeren, bewijzen dat het noodzakelijkerwijze naar steeds geweiddadigere crisissen leidt en naar oorlog ; een antikapitalistisch bewustzijn creeren.
248. De twee commissies produceren een nieuwe rood-groene brochure van zodra het regeringsprogramma klaar is. (....)
254. Permanent ons profiel verbeteren: nieuwe ideeen, standpunten en eisen vinden die overeenstemmen met de veranderingen in de situatie. Dit onderzoek centraliseren in de krant. De krant moet eike week in 'verkiezingscampagne' zijn, ons profiel opbouwen en op voordelige manier onze tegenstanders aanvallen. (...)
257. We moeten onze kiezers vooral van Agalev, het Vlaams Blok en SP terugwinnen aan nederlandstalige kant en van Ecolo, PS en PC aan franstalige kant.
258. Aan de uniefthesissen maken over de recente geschiedenis van elk van deze partijen : hun standpunten in alle belangrijke crisissen, hun voornaamste economische, politieke, militaire standpunten. (...)
262. Snel het probleem van de medewerkers oplossen. Hoe de medewerkers politiek consolideren ? Weike voorstellen om ze onmiddellijk aan het werk te zetten ? Vooral: enkele voorhoede-ervaringen voor consolidatie. Welke praktische taken, waarvan zij het nut zien, willen de medewerkers opnemen ? Weike lage drempel' vorming kunnen we hen geven ? Zonder vooruitgang, hoe klein ook, blijven de mensen met bij ons.
263. Een verkiezingscampagne voeren vereist professionele kennis. We rnoeten op dialectische manier de kennis van de burgerij bestuderen op het vlak van de marketing, de publiciteit, het management van een verkiezingscampagne, de voorstelling, enz.
264. We moeten antennes vastleggen (arbeiders, sympathisanten, kaders), die verplicht geraadpleegd moeten worden. E-mail gebruken voor raadplegingen en beoordeling. Via e-mail en internet de kritiek organiseren op onze voorstellen voor pamfletten en artikels. (...)
269. X moet een (korte) synthesetekst maken van onze beste verkiezingservaringen uit het verleden in Antwerpen, vanuit het standpunt van de planning, de mobilisatie, de agitatie, de organisatie, het programma, het frontwerk, het werk naar de media, enz.
270. De systematisering van de voorbije ervaring en die van de recente campagne moet resulteren in de gedetailleerde uitwerking van een Plan voor de verkiezingscampagne.
271. De sector van de gemeentelijke cellen, de wijkcellen, doppers- en patientencellen uitbreiden.
272. Een laag leden vormen die een partijkaart kopen om lid' te zijn op het meest elementaire niveau.

De partij wordt “gereorganiseerd” om het vooringenomen “probleem” op te lossen: “het dalend aantal stemmen bij verkiezingen moet gekeerd worden”. Aantal stemmen wordt de maatstaf voor invloed, een maatstaf van “de massa's die door en rond de partij georganiseerd worden”... Het doel van de partij “verschuift” van werken aan en voorbereiden van revolutie naar een stijgend aantal stemmen halen en verkozenen hebben.
Ik kom in een volgend artikel nog terug op o.a. Punt 248. De twee commissies produceren een nieuwe rood-groene brochure van zodra het regeringsprogramma klaar is., daar waar ik inga op de opmerking in de titel van DIT artikel: Herstel was nog mogelijk....


1  Resolutie over de voormalige algemeen secretaris Nadine Rosa-Rosso en de vroegere kaderverantwoordelijke Luk Vervaet, - 5 april 2004”, in Bijdrage aan de strijd tegen de liquidatielijjn van de vroegeresecretaris-generaal - discussieteksten, Partij van de Arbeid van België, juni 2004.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten