06-05-2015

Resolutie van 1999: van "Partij van de revolutie" naar "Partij van verkiezingscampagnes"


In 1999 waren er verkiezingen waar de PVDA ook aan meedeed. De eigen verkiezingsresultaten werden als “een nederlaag” geïnterpreteerd hoewel tegelijk werd gesteld dat het “de beste verkiezingscampagne van de partij ooit was”.
Er werd door het Centraal Comité een resolutie voorgesteld/opgesteld. Er was een bespreking en er kwam een resolutie (Resolutie van1999) die naar alle leden werd doorgestuurd. Het was de bedoeling dat die werd bestudeerd en geassimileerd.

Van : Centraal Comité 07.08.1999
Aan : te.m. afgevaardigden provinciaal congres ___________ 11/ part.nr. 1760.899

Resolutie van het Centraal Comité over de verkiezingscampagne

1. Het is niet normaal dat wij vandaag stagneren, na dertig jaar permanente aanwezigheid op het terrein, tien jaar na het hoogtepunt van de anticommunistische campagne, na de belangrijkste massastrijdbewegingen die België in heel zijn geschiedenis kende, nadat wij intens militeerden in alle strijdbewegingen en na wat waarschijnlijk de beste verkiezingscampagne was uit onze geschiedenis. Daarom moeten we stellen dat de verkiezingen een grote politieke nederlaag zijn voor de partij, waarin fouten tot uiting komen die we al vele jaren meedragen.
2. Alle bilanpunten uit de verkiezingen staan al in Partij van de Revolutie . We moeten analyseren waarom wij niet in staat waren te rectificeren en zelfs niet te assimileren wat een Congres had beslist, op basis van de centralisatie van vele rapporten en nota's. Dat stelt het probleem van de ideologische strijd voor de reële eenmaking doorheen de toepassing van de beslissingen in de concrete praktijk.

Het bleek achteraf (en wel in 2004, in een noot bij de “Resolutie van het Centraal Comité van de PVDA over de voormalig algemeen secretaris Nadine Rosa Rosso en de vroegere kaderverantwoordelijke Luk Vervaet” dat de oorspronkelijke versie van Resolutie 1999 punt 2 anders was geformuleerd, namelijk:

“2. We moeten Partij van de revolutie hernemen, Hoofdstuk III, deel 3: het bureaucratisme bestrijden, de banden met de massa's versterken. Waarschijnlijk staan alle grote bilanpunten van de verkiezingen er reeds in. We moeten analyseren waarom we niet in staat waren te rectificeren en zelfs niet te assimileren wat een congres beslist had op basis van vele rapporten en nota's. ...”
In de noot staat dan ook:in de versie naar de hele partij de verwijzing naar “Partij van de revolutie, hoofdstuk III, punt 3” werd vervangen door een verwijzing naar “Partij van de Revolutie” in het algemeen. De eerste versie gaf ook aan over welke punten er nog geen eenheid was – zoals ' het bilan van de zaak “Charki” '.

Dus er werd een resolutie doorgestuurd naar de leden, te beschouwen als een “toe te passen richtlijn” waarover er in het Centraal Comité nog geen eenheid was (hetgeen de leden TOEN niet wisten). Nu is die hele “Resolutie van 1999” geen echte analyse, eerder een snel opgesteld lijstje van “bedenkingen”, op basis van citaten uit ingezonden rapporten. Zo vormt “het optreden van de partij in de zaak Charki” een centraal punt op basis waarvan conclusies worden getrokken. Maar voor een partijlid die niet in Brussel woonde, werkte of als partijlid militeerde, werd er niet duidelijk gemaakt wat die hele discussie inhield. Toch werd er blijkbaar bij ieder partijlid een zekere voorkennis verondersteld.
Voor mij als arbeider/syndicalist en als “niet-openlijk als communist gekend”, werkzaam in een groot bedrijf was volgende passage in de Resolutie niet duidelijk:

177. Er is de politiek, maar ook de tactiek. Wij hebben als fundamentele politiek de socialistische revolutie, het revolutionaire geweld, de ornverwerping van de dictatuur van de bourgeoisie, de dictatuur van het proletariaat. Maar de tactiek moet aangeven wat, in de huidige omstandigheden, op het niveau van de massa's kan worden overgebracht en wat zij dichter bij onze politiek brengt. Een kameraad schrijft: "lk ben tier over onze acties: Said Charki, Mimoun, Irak, Vrede". Wij moeten tier zijn over onze strategische politieke lijn, maar niet over onze tactiek in deze zaken! Welnu, de verkiezingen zetten ons met de neus op de ernstige problemen van tactiek.
178. De zin aanvaarden "lk ben fier over onze acties. Said Charki, Mimoun, Irak, Vrede", komt erop neer te ontkennen dat wij een fundamenteel probleem hebben, onze onmacht om te argumenteren op het niveau van de massa's ontkennen en om voor elke actie, in een klimaat van fascisering, de twee of drie punten te ontdekken die kunnen overkomen. Op basis van onze politiek die in het begin is uitgewerkt, moet de tactiek de twee of drie punten aangeven die op dit ogenblik, op het niveau van de massa's punten kunnen overbrengen die ze dichter bij onze politieke lijn brengt.
179. Men moet ermee ophouden zijn kop in het zand te steken, en de kameraden die het meest gauchistische en sectaire houdingen hebben verdedigd tov de massa's, zouden de eersten moeten zijn om bepaalde gewoonten in de partij in vraag te stellen. De nederlaag bij de verkiezingen moet ze ten minste verplichten na te denken. Welnu, het tegendeel gebeurt, er is maar heel weinig "activisme" om onze fouten en zwakheden uit te diepen. In tegendeel, men gaat terug tot de aanval over met de verdediging van een benadering die al bewezen heeft dat hij faalt. "Men mag dergelijke punten niet naar voor brengen. Dat men ons vertelt welke tactische fouten wij hebben begaan!" "Omwille van onze rol in de affaire Charki, hebben wij veel sympathie gewonnen onder de migranten". "Het is eenzijdig te stellen dat er dingen moeten veranderen in de partij. Wij zullen altijd gediaboliseerd worden door de burgerij".

Wilde dit zeggen dat er afstand genomen wordt van de Solidair gebruikt in de VERKIEZINGS-campagne, Solidair 42 van 4 november 1998? Heeft bijvoorbeeld David Pestiau, hoofdredacteur toen van Solidair een zelfkritiek moeten formuleren voor dat nummer van Solidair als onderdeel van het VERKIEZINGS-campagne-materiaal?

De regering en de media praten graag over het geweld van de jongeren maar hier zie je vooral het geweld van het systeem waar die jongeren in leven. Met name in het onderwijs, waar de sociale selectie enorm is. Hoe komt dat?
Abdel Koutoubi. (....)(U)iteindelijk kwam ik in de Arts et Métiers terecht. Als je daar slaagt, heb je ‘het recht’ je weer in te schrijven in het algemeen secundair. Ik vond een katholieke school, vol racisten. Een leraar zei me ooit: ‘Bekijk me zo niet, ik heb familie bij de rijkswacht’!
Solidair 42 4 november 1998
Ik ging naar een andere school, die meer open stond, en waar ik mijn lager middelbaar uitdeed. Dan weer een nieuwe school, weer nieuwe moeilijkheden. Ik trapte het af maar dank zij zelfstudie kon ik toch meedoen met de ingangsexamens in een sociale school en ik slaagde. Maar je ziet welke obstakels er zijn.
Er zijn jongeren hier in de wijk die alternerend leren (deeltijds werken, deeltijds leren). Maar ze vinden geen stageplaats en hun opleiding wordt geannuleerd!
(...) Om bijvoorbeeld in aanmerking te komen voor nepcontracten zoals de PWA’s (plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen), moet je al twee jaar op de dop staan. Maar veel jongeren hebben zelfs geen recht op dop. Ik ook niet want ik heb geen diploma hoger middelbaar. De jongeren willen nochtans werken. 150 jongeren van Kuregem hebben zich ingeschreven voor jobs bij het Gewest. Maar hoevelen van hen voldoen aan de voorwaarden? Integratie is het toverwoord om je onschadelijk te maken. (...)
Heel de wijk rond het Zuidstation, waar elke nieuwe migratiegolf langskomt (nu uit het Oostblok en uit Centraal-Afrika), is totaal onder controle van repressieve politieplannen die goed zijn uitgekiend. Zoals de actie Securegem, een plan dat lang voor de moord op Saïd Charki was uitgestippeld. (...)
Hoe kijk jij vandaag tegen die opstand van vorig jaar aan? Was het nodig dat de jongeren in opstand kwamen?
Abdel Koutoubi. Ik ben een realist. Ik denk: gelukkig maar dat er nog ergens een opstand losbreekt want anders blijven ze ons neerschieten als konijnen. Nu denken die agenten misschien twee keer na voor ze hun revolver trekken, dat hoop ik tenminste. Maar de jongeren hebben meestal geen andere middelen. Het comité P (dat geacht wordt de verschillende politiediensten te controleren, nvdr.) heeft net cijfers van de klachten uitgebracht: in Brussel zijn er dat bijzonder veel. In Kuregem ken ik veel mensen die klacht hebben neergelegd maar daar is niks van gekomen. Wat moeten ze dan doen?
Wat denk je over de strijd van Clabecq?
Abdel Koutoubi. Ik ben de zoon van een arbeider van Clabecq. Als ik die dimensie van mijn identiteit weglaat, blijft er niet veel over. Het zijn gevechten zoals die van Clabecq waar wij onze rechten aan te danken hebben. Mannen zoals D’Orazio, die een beweging loswerken, die hebben wij nodig. Want het systeem is heel gewelddadig tegen ons.
En wat vind je van de PVDA?
Abdel Koutoubi. Ik ben absoluut geen lid van de PVDA maar ik moet toegeven dat die partij een van de enige was die de problemen van de jongeren van Kuregem naar buiten bracht en op het voorplan zette.1

De rijkswachter die Saïd Charki neerschoot op 7 november 1997 zou zijn dienst hervat hebben in Kuregem: een ware provocatie voor de jongeren van de wijk. Hetzelfde gebeurde in Kuringen (Hasselt): de agent die in januari op de jonge Morad schoot, bleef gewoon in dienst. Rijkswacht en politie zetten hun beleid van terreur en repressie gewoon verder.
Maria, een arbeidster uit Kuregem, schrijft ons:“We hebben het gevoel dat de daders van die moord, die leidde tot de opstand van de jongeren, alles mogen. Het effect van die straffeloosheid is dat alles op elk moment opnieuw lijkt te kunnen gebeuren.”
Het onderzoek naar de moord op Saïd Charki is nog steeds aan de gang: “Er heeft een reconstructie van de feiten plaatsgevonden en de familie is ondervraagd, maar dat is alles”, verklaart meester Jan Fermon, de advocaat van de familie Charki. “Het parket zal in de komende maanden beslissen of de betrokken rijkswachter dient vervolgd te worden.”
Gérard Mugemangango zit in de leiding van Rode Jeugd Brussel:
Rode Jeugd mag fier zijn dat we na de dood van Saïd Charki het protest van de jongeren organiseerden. Een jaar later zetten we het gevecht verder, tegen de sfeer van berusting die men de jongeren wil opdringen. (...) Alarmlijn tegen racisme en politiemishandelingen: 0477/45.19.49.
Werkers en jongeren samen; Yvie Jacobs woont in Kuregem en werkt bij De Post. Ze is PVDA-kandidaat voor de verkiezingen. “(....) Bedrijven trekken nog steeds weg uit Kuregem. Bij Bulex, Philips en De Post verdwenen samen 800 jobs. Niet-Europeanen worden geweigerd bij Volkswagen en de Post. ‘Waar moeten wij dan naar toe, wij kunnen toch niet eeuwig blijven voetballen?’, vragen de jongeren hier. Als postbediende vecht ik ervoor dat de werkers hier zich samen met de migrantenjongeren organiseren om te vechten voor werk en tegen racisme.”
Wil je kandidaat zijn op de lijst van de PVDA, wil je meewerken aan de kiescampagne? Vul de bon in (....)
Leen Vermeulen is dokter in het nieuwe actiecentrum ‘Le Renfort’ van Geneeskunde voor het Volk in Molenbeek. “Op de openingsdag vergaderden verschillende moeders uit de wijk in ons centrum. De halte van de schoolbus waar hun kinderen opstappen werd afgeschaft. Ze hielden een persconferentie in het centrum. Ze startten een proces tegen de gemeente en een steunactie. Een advocaat van het actiecentrum eist de bus terug. Hier moet je vechten om te krijgen waar je recht op hebt. Deze morgen ging ik met een patiënt naar het ziekenhuis. Hij heeft geen papieren of mutualiteit. Daardoor moet hij 30.000 frank betalen voor een levensnoodzakelijk onderzoek. Ik telefoneerde de hele dag, tot het OCMW de kosten zou betalen. Het onderzoek kon dan toch doorgaan.
Wij investeren in de strijd voor een betere maatschappij. (....)
Carlos Perez, voorzitter van het sportcentrum Fire Gym te Brussel:
“Een jaar na Saïd Charki is er niets veranderd. De rijkswachter is niet gestraft, de situatie blijft uitzichtloos. Werk zoeken is een lijdensweg, jongeren vinden hoogstens een slecht betaald interimbaantje. Sport verandert op zich niets aan de situatie van de jongeren, maar een club kan hen wel helpen hun rechten af te dwingen. Een Marokkaanse sporter werd in elkaar geslagen door vier buitenwippers. Wij helpen hem om klacht in te dienen.
Fire Gym wil de stem worden van alle jongeren uit Brussel. Bij ons is iedereen welkom, Belgen én migranten. (....)
Sportcentrum Fire Gym (vlakbij metrostation Belgica), August Hainautstraat 48c, 1090 Brussel, 02/428.45.83.
Maar voor delegees zoals D’Orazio en Marra van de Forges de Clabecq, die werkloos zijn en vechten voor werk en tegen uitsluitingen, tegen racisme, had het gerecht nog geen jaar nodig om een dik dossier samen te stellen. Met 43 beschuldigingen, goed voor jaren gevangenisstraf en zware geldboetes. Voor de regering zijn de “criminelen” zij die vechten voor werk, zij die in opstand komen. De doders worden niet aangepakt. Laat het niet gebeuren: kom die van Clabecq steunen, aan het gerechtshof van Nijvel, op donderdag 26 november om 8u. We geven het woord aan jongeren en minder jongeren die al een jaar (en vaak langer) in de weer zijn om de belangen van de jongeren.2

In 2004 werd Nadine Rosa Rosso ervan beschuldigt dat ze zich verzette tegen 'het bilan van de zaak “Charki” ' zoals dit werd verwoord in punt 177 tot 182 in de Resolutie van 1999.
Op het Centraal Comité van juni 1999 werd gesteld, zo zei men in 2004, dat het volgend was gericht tegen Nadine Rosa Rosso en Luk Vervaet (maar dit stond NIET zo in de Resolutie 1999 zoals die werd verspreid onder de leden in 1999):
“Het is activisme en avonturisme om tussen te komen in de 'rellen' als we geen lijn hebben om binnen te dringen in de milieus van de migrantenjongeren, een lijn die zich steunt op de meest progressieve jongeren en hen organiseert in aan hun milieu aangepaste vormen....”
Dus in feite wordt in 2004 gesteld dat Nadine Rosa Rosso (maar dan Ludo Martens ook?) een “avonturistisme, activistisme, en gauchisme” propageren in Solidair 12 van 18 maart 1998 én dat die Solidair zeker niet gebruikt mag en kan worden in de verkiezingscampagne die later dat jaar zou beginnen.

Hoe Ludo Martens, volgens Boudewijn Deckers, Peter Mertens en de rest van de coup-fractie, op een “avonturistische, activistische en gauchistische” manier de massa's (potentiële kiezers...) benaderd in een verkiezings-campagne:
“De criminelen die ons regeren en miljoenen werkers, jongeren en ouderen in werkloosheid, armoede en uitzichtloosheid storten, brandmerken de “criminele onverantwoordelijkheid van de PVDA” die “olie op het vuur gooide”. Maar vanwaar komt dat vuur? Van hen die razzia’s en pesterige identiteitscontroles in de migrantenwijken organiseren, die jongeren op politiecommissariaten in elkaar slaan en anderen op straat overhoop schieten. Het vuur komt van de politici die, op jacht naar stemmenwinst, de onnoemelijke wandaden van de repressiekrachten goedkeuren.
Solidair 12 18 maart 1998
De PVDA gooit nergens olie op het vuur. Maar overal waar de arbeiders en de onderdrukten strijden, is onze partij aanwezig om de diepere oorzaken van de onrechtvaardigheden uit te leggen. De revolte van Anderlecht is het onvermijdelijke product van meer dan twintig jaar antisociale politiek. De oorzaken van die
revolte zijn te vinden in de antivolkse maatregelen die alle burgerlijke partijen - SP/PS, CVP/PSC, VLD/PRL en VU/FDF – tegen de werkers, de jongeren en de gepensioneerden genomen hebben. De plannen om ‘uit de tunnel’ te geraken, hadden als resultaat dat nu jaarlijks 650 miljard frank van de loontrekkenden overgeheveld wordt naar de kapitalisten.
Een miljoen werkers staan op de dop of hebben geen volwaardig werk. De strijd van studenten en leerkrachten in het Franstalige landsgedeelte is gebroken.
Renault is dicht. En zonder de fantastische delegatie van Forges de Clabecq, was die fabriek ook toe. Veel jongeren ondervinden iedere dag de bittere realiteit van een kapitalisme dat hen geen volwaardig werk, geen toekomst en geen hoop biedt.
Vooral de jongeren van wie de ouders of grootouders naar België immigreerden, worden getroffen door deze gesel. Bovendien moeten zij dag na dag beledigingen
van fascisten en racisten slikken en discriminaties, pesterijen en controles door de politie. Het enige uitdrukkingsmiddel dat het kapitalisme hen nog
laat is de revolte tegen het systeem. Wat willen de Belgen van migrantenafkomst?
Respect en waardigheid, kwaliteitsonderwijs en allereerst werk. Alleen kwaadwillige politici kunnen doen alsof ze dit niet weten. De neo-fascisten
schreeuwen al vijftien jaar dat “de niet te integreren migranten in de criminaliteit belanden”. Vande Lanotte stapt vandaag in hun marsrichting met de woorden:
“Georganiseerde drugsbenden vechten om de macht over de onrustige wijken.” Vande Lanotte neemt letterlijk de propaganda van het Vlaams Blok over. Dat is een welbewuste politiek om een groot deel van de jongeren te criminaliseren met het doel zo de onmenselijke repressie en het racisme goed te praten.
Onder het ordewoord ‘tolerantie nul’ - gepikt bij extreem-rechts - vielen rijkswachters in Anderlecht cafés, restaurants, frietkramen, wasserettes binnen en pakten ze iedereen op die hen niet aanstond. Vande Lanotte gaat nog verder: “Het racisme is inherent aan de politiediensten, want zij komen altijd in contact met dat deel van de vreemde bevolking dat de wetten niet respecteert.” In alle logica komen de politiediensten voor wat betreft het Belgische deel van de bevolking dus alleen in contact met hen die de wetten respecteren... (...)
Politici hebben talloze variaties gemaakt op het thema: “Gerechtigheid eisen voor een dealer die op heterdaad betrapt wordt, dat gaat te ver!” De zaak-Anderlecht gaat helemaal niet om een dealer die op heterdaad betrapt wordt maar om een mens die compleet rechteloos als een hond doodgeschoten is.
De jongeren vragen gerechtigheid, niet voor een dealer maar voor een migrant die geëxecuteerd werd, in volle straat vermoord. Dealers zijn er niet minder onder de rijke jongelui van de hoge bourgeoisie. Beeld u eens in dat een rijkswachter zo’n bourgeois-zoontje in een chique wijk in Sint-Genesius-Rode koelbloedig doodschiet en daarna diens huis binnenstormt om er de moeder en de dochter te verplichten zich uit te kleden! Geen mens kan zich zoiets voorstellen.
Zoiets kan alleen als het om migranten gaat. De terreur is alleen gericht tegen de wijken waar werkers wonen.
Een rits politici verklaarde dat de PVDA de jongeren ‘manipuleerde’, de migranten ‘ophitste’ en hun beweging ‘recupereerde’. Wij zeggen heel eenvoudig dat de PVDA de eer van de Belgische democraten heeft gered. De volledige migrantengemeenschap in dit land heeft gezien dat er maar één partij is in België die in volle openbaarheid de verdediging op zich durft nemen van de meest verdrukten van deze maatschappij.
De jonge Belgen van migrantenafkomst hebben gezien dat er één partij is die ingaan tegen de fascistische en racistische golf die België en Europa overspoelt. Een partij die geen afstand neemt van deze jeugd die zo beledigd en misprezen wordt om lage electorale motieven. Verschillende moeders wiens kinderen gevangen gezet werden, in elkaar geslagen en vernederd, hebben hun erkentelijkheid uitgesproken voor de Belgen van de PVDA die hen steunden in hun gevecht voor gerechtigheid en waardigheid. De erkentelijkheid van de onderdrukten weegt in onze partij heel wat zwaarder dan de beledigingen en hatelijke aanvallen van hen die een steeds onmenselijker kapitalisme verdedigen.
Ja, de PVDA heeft de eer gered van de Belgische democraten, net zoals de PVDA de toekomst redt van de democraten en progressieven uit de immigratie. Sommige
verdedigers van de kapitalistische orde in België zitten blijkbaar op dezelfde golflengte als de fundamentalisten en de obscurantisten die de migrantengemeenschap proberen te verdelen. De Belgische reactionairen hebben met de Arabische en Turkse reactionairen een gemeenschappelijk doel: de ontevredenheid van de Belgische en migrantenwerkers afleiden van de fundamentele oorzaak van hun miserie, het kapitalistische systeem.
(...)(D)e PVDA was wel aanwezig onder de jonge migranten (zoals onze partij aanwezig is onder de jonge Belgen, de werklozen, de arbeiders, de scholieren, de verpleegsters, de leraars) om hen op de eerste plaats dit te doen inzien: het kapitalisme is aan het einde van zijn Latijn. Alles wat het nog te bieden heeft is overuitbuiting, werkloosheid, repressie, fascisme en oorlog.
De PVDA heeft als eerste taak uit te leggen aan de jonge migranten dat ze hun lot kunnen verbeteren door hun strijd te verbinden met die van de andere uitgebuite
en onderdrukte werkers van dit land. De strijd van de migrantenjongeren voor gelijke rechten en tegen de vernederingen door de politie is onlosmakelijk verbonden
met de strijd voor werk bij Clabecq en Renault en met die van de leraars en leerlingen voor kwaliteitsonderwijs voor allen. De PVDA is de enige Belgische partij die aanwezig is in het hart zelf van elke volksstrijd. Dat is juist wat ons de haast ziekelijke haat op de hals haalt van al wie zich vetmest op de ellende van de kleine mensen. Zo kon de Brusselse burgemeester de Donnea, extreem-rechts liberaal en voormalig minister van Oorlog, herhaaldelijk op tv en in kranten verkondigen dat “de PVDA de laatste twee jaar steeds meer op een terroristische beweging gaat lijken”, wat blijkbaar tot uiting kwam in de “manipulatie door de PVDA van de strijd van de studenten en van die van Clabecq”.
De rijkswacht mag een migrant doodschieten, de wijken binnenvallen, tweehonderd onschuldige jongeren, onder wie een 14-jarig meisje, aanhouden en in elkaar timmeren, hun ouders slaan en mishandelen... daar ziet onze edelman geen terreur in. Maar als de PVDA pamfletten uitdeelt en de strijd steunt van de leraars en leerlingen, van de arbeiders van Clabecq en Renault, dan schreeuwt die liberaal: terrorisme! Denk niet dat deze oud-minister van Oorlog een stommiteit uitkraamde. Hij drukte precies de essentie uit van wat we vandaag overal in de kapitalistische wereld kunnen vaststellen: de fascisering en de ideologie van de politiestaat.
De hele planeet is onderworpen aan wat we niet anders kunnen noemen dan de openlijke dictatuur van het grootkapitaal.
Sommigen noemen dat de ‘globalisering’. Door de fusies ontstonden reusachtige multinationals en financiële imperiums die in elke uithoek van de wereld op zoek gaan naar maximale uitbuiting en maximale winsten. De ‘democratische’ parlementen zijn een schimmenspel geworden die kracht van wet geven aan een politiek die uitgedokterd werd in de cenakels van de grote kapitalisten.
Maar om te zorgen dat de multinationals en de banken geen last krijgen van de miserie en de wanhoop die ze veroorzaken, zijn er rijkswachters en soldaten nodig. Veel rijkswachters en veel soldaten. Om alle krachten neer te slaan die weigeren het kapitalisme als enige uitweg te aanvaarden, die een andere toekomst willen dan miserie, overuitbuiting, politierepressie en wanhoop, alle krachten die een maatschappij willen bouwen op radicaal andere grondvesten.
De strategie van de repressie wordt uitgewerkt in de besloten kringen van de militaire staven. Die organiseren ook psychologische campagnes om de repressie te doen aanvaarden. Het racisme is daar een onderdeel van. In heel de wereld is er een standaardmodel voor deze campagnes: doen geloven dat al wie tegen het kapitalisme vecht tot het crimineel milieu behoort en een terrorist is. Maar het is precies het ‘triomferende’ kapitalisme dat de wereld in terreur en oorlog stort. (....)
De PVDA is (...) de enige linkse partij in België. Omdat zij de enige is die openlijk verklaart dat ze altijd aan de kant van de onderdrukte massa’s staat, dat ze elke strijd tegen de uitbuiting en de onderdrukking steunt en dat haar einddoel is een einde te stellen aan het kapitalisme en het imperialisme.”3

En was het omwille van DIT “
avonturistisme, activisme en gauchisme” van de PVDA, toen verwoord door haar toenmalige algemeen secretaris Nadine Rosa-Rosso, dat Boudewijn Deckers in die periode, ONTSLAG NAM UIT DE PVDA, .... een “activisme, avonturisme en gauchisme” dat hij in 2004 als (als partijlid heropgenomen) AANGESTELD PLAATSVERVANGEND algemeen secretaris, bij Nadine Roas-Rosso mocht SANCTIONEREN? :

Bij elke gewelddadige botsing tussen jongeren en ordestrijdkrachten roepen de politiekers en de media alle hens aan dek. Telkens is het scenario: vage beloftes voor de jongeren (die men nooit houdt) maar vooral een grote campagne om de jongeren en al wie hen steunt als misdadigers voor te stellen en natuurlijk meer geld voor repressie en controle. De leden van de PVDA hebben veel ervaring met stakingen, fabrieksbezettingen, betogingen, petities en dergelijke strijdvormen. Maar deze nieuwe uiting van woede tegen het systeem, waar we geen enkele ervaring mee hebben, wekte heel wat discussie op binnen de partij. (...)
Onze partij is geboren in de grote stakingen, veelal niet erkend door de vakbondsleidingen, zoals die van de Limburgse mijnwerkers, de Antwerpse dokwerkers, de arbeiders van Citroën. Onze partij is opgebouwd doorheen de strijd van de arbeiders van grote bedrijven. (....)
De jongeren in de wijken beschikken uiteraard niet over zo’n organisatievorm. Meestal zijn ze zelfs uitgesloten van de arbeidsmarkt en als ze toch werk hebben, is dat meestal in kleine bedrijfjes, met een nepstatuut of in de onderaanneming. Al hun ervaring, hun ontmoetingen, hun discussies en elke vorm van organisatie spelen zich af op straat. De opvang waar de overheid voor zorgt, bestaat meestal uit bezigheidsoefeningen, liefst ver weg van de straat, en in het beste geval ook hulp bij de stappen die ze individueel ondernemen. Jeugdhuizen die de jongeren willen organiseren om samen op te komen voor hun rechten, krijgen weinig steun en zijn zelfs slachtoffer van provocaties door politie en gerecht, zoals Rzoezie in Mechelen.
De onderdrukking waar al deze jongeren mee te maken krijgen en die het meest in het oog springt, is die door de ordestrijdkrachten. Het is dus normaal dat de opgekropte woede tegen heel deze uitzichtloze situatie uitloopt en steeds vaker zal uitlopen op rechtstreekse confrontaties met de ordestrijdkrachten.
Vermits die gewapend zijn, zoeken de jongeren naar vormen van verzet die daartegen zijn opgewassen. (...)
De ‘rellen’ zoals de pers ze graag noemt, kwamen voor ons onverwachts in 1991, en we waren niet meteen in staat er de hele betekenis van te vatten. De partij had immers vooral ervaring met de syndicale arbeidersstrijd zoals die zich tot vandaag ontwikkelde. (...)
Een revolutionaire partij die het ernstig meent met zijn doel om het systeem radicaal te veranderen, moet alle vormen van strijd en verzet tegen dit systeem eenmaken.
Het volstaat niet het racisme te bekampen, wat natuurlijk onontbeerlijk is. Men moet verder gaan en de eenmaking van alle gevechten concreet organiseren. (...)
De partij moet alles in het werk stellen om binnen de multinationale arbeidersklasse van dit land revolutionaire leiders te vormen die enerzijds uit de strijd in de grote bedrijven komen en anderzijds uit de migrantenjeugd van de volkswijken. Het is door samen te werken en zich samen te organiseren dat de onderdrukten van dit land de weg van hun bevrijding zullen vinden, ongeacht hun taal, hun godsdienst, hun leeftijd of hun nationale herkomst.4

Door de verplichte assimilatie van Resolutie van 1999, werd aan de partijleden een revisionistische ideologie “opgelegd”
Trouwens vond ik de hele Resolutie van 1999, toen al een beetje “niet voor mij bedoeld”. Ik kon er niet veel mee doen. Voor mijn werk als communistisch arbeider/syndicalist en optreden als “niet-openlijk communist” paste ik een aantal zaken al toe inzake politieke discussies op het werk, die VERDER gingen dan dat de Resolutie ze stelde. “Het niveau van de massa's” bestond voor mij niet, een homogeen politek bewustzijnsniveau bestond voor mij niet. In een discussie probeerde je altijd zo'n hoogst mogelijk bewustzijnsniveau te bewerkstelligen, natuurlijk rekening houdend met de persoon voor je. Daarvoor moest je STUDEREN om CONCRETE en OVERTUIGENDE argumenten te hebben.
Voor een OPENLIJK partij-optreden (hetgeen ik deed in andere provincies in bijvoorbeeld verkiezingscampagnes) was ik helemaal NIET akkoord met bepaalde zaken uit de resolutie. Het feit dat het aantal stemmen niet erg steeg in verkiezingen was voor mij gewoon het bewijs dat het bewustzijn over de de noodzaak van revolutie nog heel beperkt aanwezig was zodat wij juist de propaganda over het revolutionair programma moesten OPVOEREN, ZEKER in verkiezingstijd. (dat had IK onthouden van studie van Lenin's “Linkse stroming; kinderziekte van het communisme”) En dat wij heel concreet moesten leren diskuteren wat revolutie inhoudt, hoe de werkers zich hiervoor moeten organiseren, wat er in de vakbonden zou moeten veranderen, en hoe de maatschappij NA de revolutie gaat uitgebouwd worden en wat de rol van een communistische partij inhoudt. Intern zou de werking van de communisten IN de bedrijven, en IN de vakbonden goed begeleid moeten worden. ...en ik vond het onbegrijpelijk dat DIE partij-organen (de STA – Section de Travail, Sectie van de Arbeid – en de commissie voor het ontwerp van een NIEUW fundamenteel programma) die DAAR op ingesteld waren, AFGEBOUWD werden, en dat alle aandacht nu ging naar “werken IN verkiezingscampagnes“ en “werken TUSSEN twee verkiezingscampagnes in”. Ook mijn taak die ik op vraag van de partij had opgenomen, sectorverantwoordelijke voor de chemie, werd opgeheven zonder verantwoording of discussie.
OK, er waren fouten in de partij, er waren ernstige fouten bij het optreden van bepaalde kaders, maar die fouten -volgens mij – waren een gevolg van politieke en ideologische foute opvattingen. Door te stellen dat de fouten vooral aan het licht komen door de, als slecht beoordeelde, verkiezingsresultaten, was volgens mij niet correct.
“Daarom moeten we stellen dat de verkiezingen een grote politieke nederlaag zijn voor de partij, waarin fouten tot uiting komen die we al vele jaren meedragen.”(...) Zeggen dat ons slecht resultaat niets te maken heeft met de fouten van de partij , dat is z'n kop in het zand steken, sectarisme, bureaucratisme en de onmacht om een simpele, revolutionaire, begrijpelijke boodschap over te brengen, rechtvaardigen. Niet naar de grond van de zaken gaan in de analyse van onze fouten is het grootste gevaar.”
Dus als men in staat zou zijn “een simpele, revolutionaire begrijpelijke boodschap” over te brengen zouden de VERKIEZINGSRESULTATEN “beter” (en wat is beter?) zijn?
Maar is optreden van de communisten werkzaam IN de arbeidersklasse (bv die IN grote bedrijven als arbeider werken) hierdoor ineens beter in staat het bewustzijn van de arbeiders in de klassenstrijd hierbij (het kennen van “die simpele revolutionair begrijpelijke boodschap” dat dient om stemmen te ronselen) te verhogen? En zijn die communisten werkzaam IN de arbeidersklasse nu beter in staat te werken aan de organisatie van de arbeiders (zowel de voorhoede alsook de massa van arbeiders) in voorbereiding van toekomstige revolutionaire strijd?
Tenslotte zijn verkiezingen (en dan de vooral de “parlementaire” verkiezingen die moeten leiden naar een REGERING) niet meer en niet minder dan “een barometer van het bewustzijn van de arbeidersklasse”.....Maar dat houdt in, dat ze ook “kunnen kiezen” voor een revolutionair programma! Want dat weet je pas hoe groot de groep is bij wie het besef aanwezig is dat het eigenlijk niet gaat om “een parlement te kiezen “ maar om “het parlement uiteen te jagen”, zoals Lenin dat zegt in “De linkse stroming; een kinderziekte van het communisme
Maar de hele Resolutie van 1999 stelt, dat je JUIST NIET het concreet uitgewerkt revolutionair programma moet propageren, maar in feite je kiespubliek wat naar de mond moet praten, om het uiteindelijk kiesresultaat zo positief mogelijk te beïnvloeden.
Natuurlijk FORMEEL kan men dat zo niet stellen aan partijleden, die ooit gekozen hebben om lid te worden van een revolutionaire communistische partij, ook al zijn velen onderhevig aan dogmatisme..... Dus FORMEEL moet men natuurlijk eerst “erkennen”:

8. Onder de dictatuur van de burgerij zijn de verkiezingen nooit democratisch , want de wapens zijn te ongelijk tussen degenen die het behoud van het rijk van het grootkapitaal verdedigen, en degenen die er een einde aan willen stellen om een arbeidersmaatschappij op te richten. De controle over het staatsapparaat en de voordelen die men daardoor kan uitdelen, het gebruik van de politiediensten met politieke doeleinden, het gebruik door de grote burgerij van de media als permanente intoxicatie-instrumenten en hun bijzonder gebruik in de verkiezingsperiode, de massa's geld die beschikbaar zijn voor de campagnes : dat alles maakt het de burgerij mogelijk haar partijen te ondersteunen en te verheerlijken, en de antikapitalistische partijen zwart te maken.
9. Bovendien oefent de parlementaire functie onder het burgerlijk regime een corruptie-effect uit op de verkozenen en zelfs op de kandidaten, zuigt ze naar de burgerlijke legaliteit.
10. We moeten een principieel standpunt uitleggen aan de massa's. Geloof niet dat een parlement jullie problemen gaat oplossen. De werkelijke macht behoort niet toe aan het parlement, maar aan de grote monopolies en aan de repressiekrachten van de burgerij. De besluiten worden voorbereid, niet in het parlement, maar in de patronale verenigingen, in de patronale think-tanks, in de Internationale politic- en militaire organisaties. We moeten PVDA-leden naar het parlement sturen om deze tribune te gebruiken om de eisen en de strijdbewegingen van de werkers beter te propageren, om de misdaden van de burgerij beter te kunnen aanklagen. Heb enkel vertrouwen in jullie strijdbewegingen om toegevingen te bekomen van de kapitalisten en hun staat en om een andere maatschappij voor te bereiden.

Vervolgens wordt het begin gemaakt met “de bocht” door de stelling gevat in fraseologie die slechts wat doet denken aan citaten van Lenin in “de linkse stroming; de kinderziekte van het communisme....” (en vele partijleden studeren Marx en Lenin als een encyclopedie om gepaste citaten te vinden om te gebruiken, - een dogmatisch eclecticisme hetgeen het Vijfde congres wilde veranderen....):
11. Men moet deelnemen aan de verkiezingsstrijd om enkele antikapitalistische ideeën ingang te doen vinden bij de massa's, om de burgerlijke partijen te ontmaskeren en om sympathisanten te recruteren. Zij moeten helpen om de organisatie van komende klassenstrijd voor te bereiden.

Aan het begin van de verkiezingscampagne werd de opgerichte commissie, die – in uitvoering van de besluiten van het Vijfde Congres - een nieuw herwerkt fundamenteel programma zou uitwerken, opgeheven. “Burgerlijke partijen ontmaskeren” doet men, door als een revolutionaire partij met een revolutionair programma mee te doen aan de verkiezingen.(of zoals Lenin dat zegt in “De linkse stroming; de kinderziekte van het communisme”: de communisten doen mee met parlementsverkiezingen met de uitleg dat ze eens het parlement zullen uiteenjagen). Zo maakt men het verschil met ALLE burgerlijke partijen, OOK met de reformistische “linkse” partijen.
Enkele antikapitalistische ideeën”, dat kan alleen maar gaan om een verkiezingsprogramma van hervormingen die weliswaar - afhangend in de mate waarin ze worden doorgevoerd -, “ingaan tegen kapitalistische belangen” (maar het “doorvoeren van hervormingen die ingaan tegen kapitalistische belangen” gebeurt maar op basis van revolutionaire strijd die de algemene belangen van de kapitalisten bedreigt.... die maak dat de kapitalisten “bereid zijn” - tijdelijk en zo beperkt mogelijk – in te boeten op “enkele kapitalistisch belangen”). De “sympathisanten” die men recruteert in een VERKIEZINGS-campagne zijn niet de EERSTEN om “de organisatie van komende klassenstrijd voor te bereiden”, dat zullen de militanten en kaders zijn, werkzaam in de bedrijfseenheden en in de vakbondswerking. De “sympathisanten” gerecruteerd in VERKIEZINGS-tijd, zullen in hun kandidaat-lidmaatschap-periode wél gevraagd worden mee te werken in een staking of andere momenten van klassenstrijd, ter omvorming van hun wereldopvatting.

Vervolgens komen er stellingen die soms “redelijk” correct lijken voor zij die vasthielden aan het (tegelijk) toepassen van de “4 assen” uit Partij van de revolutie (lees ...) en zeker die van As 2. Politiek op de commandopost”. Maar ze lijken slechts “redelijk correct” als je ze leest door een dogmatische bril....
Het dogmatisme uit zich in :
  • Het aanvaarden dat op basis van een als “slecht” beoordeelde verkiezingsuitslag er een negatieve beoordeling wordt gemaakt van het optreden van de partij in het ALGEMEEN, van de fouten bij kaders en militanten en van de manier waarop nieuwe mensen in de partij worden georganiseerd. Want dit betekent dat het bewijs dat de fouten zijn aangepakt, het bewijs dat de partij een revolutionaire strategie koppelt aan een correct tactisch optreden wordt geleverd door een als “een overwinning” beoordeelde verkiezingsuitslag
  • Het aanvaarden dat er een als correct beoordeelde politieke lijn BESTAAT, dat er een fundamenteel programma of/en correcte uitgewerkte revolutionaire strategie BESTAAT en dat de fouten/afwijkingen en van het opportunisme in politieke opvattingen CORRECT BENOEMD zijn waardoor deze fouten/afwijkingen, dit opportunisme, reeds als “aangepakt” beschouwd worden, zodat nu - los van deze “politieke punten” - de “taktiek”, “de benadering van de massa's”, “het bureaucratisme” PRIORITAIR moeten aangepakt worden. Waarbij dan het eerstvolgend verkiezingsresultaat als “bewijs in de praktijk” zal gelden in hoeverre deze fouten bestreden zijn.
  • Het veronderstellen dat de TWEE “assen” van rectificatie (“politiek op de commandopost” en “de massalijn”) TEGELIJK worden doorgevoerd door Resolutie van 1999.... daar waar uiteindelijk ALLEEN en EENZIJDIG op “As 3” (Hoofstuk III, deel 3 – en daar dan vooral 3.1. De massalijn) wordt gefocused.

DOOR dit dogmatisme zal er BLINDHEID zijn door het subtiel binnenbrengen in de partij van een revisionistische lijn. (doorheen het punt “de massalijn”)
Door deze blindheid is het mogelijk dat de revisionisten vanaf 2004 van de zogenaamde “tactische toepassing” van de “als correct veronderstelde politieke strategie”....de politieke strategie zélf zullen maken (en NIET MEER praten of vernoemen van welke “vooraf als correct beschouwde politieke lijn of strategie”.
Zo zijn er “op zich” valabele punten van analyse die leiden naar “valabele” bilanpunten, maar doordat het UITGANGSPUNT verkeerd is (“de als 'nederlaag' beoordeelde verkiezingsresultaten zijn de basis van de beoordeling van de GEHELE werking van de partij als communistische partij”) gaan de “valabele” punten van analyse en conclusies “verloren” in een globaal REVISIONISTISCHE analyse die de burgerlijke klassepositie van bepaalde kaders en militanten BESCHERMT.

12. Politieke beoordeling van de verkiezingsresultaten
(...) Het zijn verplaatsingen van stemmen binnen de eenheidspartij die alle regels van het imperialisme en het kapitalisme aanvaardt. Geen enkel belangrijk programmapunt onderscheidt de groenen van de sociaal-democraten. Van SP naar Agalev, dergelijke stemmenverplaatsing is slechts een verplaatsing van illusies.
15. (...)(M)en kan niet spreken over een crisis van het systeem, daarvoor zijn de burgerlijke partij het te grondig eens over de essentie. (...)
19. Er is geen "laatste kaart" voor de burgerij. Als wij niet beter werken, zal er geen enkele spontane evolutie zijn van Agalev-Ecolo naar de PVDA. De mensen kunnen van Agalev weer terugkeren naar de SP of de CVP.(...)
21.Er is een sterk verspreid ongenoegen, men heeft er genoeg van. Maar dat blijft in het kader van de burgerlijke en parlementaire democratie. Stemmen voor de PVDA, is op zijn minst het parlementarisme in vraag beginnen stellen.

Na deze “redelijk” correcte punten volgt dan een op electoralisme gericht punt:
22. Er is een basis voor een grotere aanhang van de PVDA. We moeten de juiste tactiek vinden. 72% van de mensen geloven dat de partijen enkel geinteresseerd zijn in hun stem,niet in hun mening. 15% denken dat de politiekers rekening houden met hun mening. 73% denken dat de poiitiekers veel beloven maar niets doen. Wij moeten een zin vinden, een slogan die het mogelijk maakt dat gevoel in onze richting te draaien . (...)

Vervolgens enkele - wat algemeen en vaag gestelde dus DOGMATISCH geformuleerde- “redelijk correct klinkende” punten:
25. In het nederlandstalige landsgedeelte, stemt een deel van onze kiezers nu voor het vlaams Blok. We moeten een voordelige strijd voeren om hen te doen begrijpen deze partij een stoottroep is van het grootkapitaal. Nagaan met welke argumenten en revelaties de arbeiders zich makkelijker afkeren van de fascisten, voor alles hun zwakke punten zoeken in het arbeidersmilieu en benaderingen zoeken die werken om in te gaan tegen hun sterke punten.
26. De campagne heeft onze grote lacunes op vlak van politiek en tactiek aan het licht gebracht. "De campagne was apolitiek. We waren afwezig van het politieke strijdtoneel. (...)
27. Het gebrek aan politiek leven in de campagne weerspiegelt een veel algemenere kwaal.
Het hoofdprobleem is het ontbreken van echt politiek werk, het werk van politieke leiding. Bestuderen welke politieke problemen de massa's zich stellen. Ons strategisch antwoord formuleren. Het ingang doen vinden binnen de massa's op een overtuigende manier. (...)
33. Twee leden van MLB aan de UCL hebben voor de PC gestemd en niet voor de PVDA, omdat de PVDA stalinistisch is en de PC antikapitalistisch. Men kan niet beter zeggen dat wij een imagoprobleem hebben, zelfs tot in onze eigen rangen ! Wij slagen er niet in te doen begrijpen dat het antistalinisme het lievelingswapen van de nazi's, de fascisten, van Amerikaans en Europees extreem-rechts is... Wij slagen er niet in te doen doordringen dat wij absoluut de enige antikapitalistische kracht zijn in Belgie en dat de PC dat op geen enkele manier is.
34. Vele militanten van de PC staan erg open en staren zich niet blind , Hen enkele toepasselijke teksten van de partij toesturen. Gecentraliseerde verzendingen van documenten die hen toelaten het verschil te zien tussen communisme en revisionisme.
35. Persoonlijke banden met enkele van hun beste elementen om te zien wat er daar gebeurt.
36. "Sinds lange tijd is er een lijn van verzoening met het revisionisme. Wij hebben niet de nodige inspanningen gedaan om de revisionisten die in 1995 met ons waren te overtuigen." De essentiële documenten sinds 1988 verzamelen van het verrotte revisionisme van de PC en een ML-kritiek maken op hun essentiële stellingen.
37. Tegen de multicolore eenheidspartij van het grootkapitaal, moeten wij overtuigende argumenten vinden dat wij de enige partij van de werkers zijn met een echt alternatief. (...)

Zo wordt de leiding, zo worden de kaders (van een revolutionaire communistische partij die de PVDA op het Vijfde Congres nog wilde zijn) beoordeeld al naargelang ze een VERKIEZINGS-campagne opnemen, organiseren of erin optreden (zodat “op zich correct klinkende beoordelingen” in functie staan van VERKEERDE -,louter electoralistische - objectieven):

40. De problemen van de leiding
41.Bij het maken van een beoordeling van de verkiezingscampagne, moeten wij rekening houden met de toestand van de partijleiding, die onderbezet is.
42. Het is onverantwoord een hele reeks eisen te stellen aan de leiding, wanneer men weet dat die materieel en fysiek niet te realiseren zijn. In andere omstandigheden kan dergelijke houding de eenheid van de partij in gevaar brengen. De kaders zouden veeleer moeten denken aan hun eigen plicht om meer taken van de hoogste leiding op te nemen en om een gezonde sfeer in de leiding te behouden.
43. Anderzijds, toont de campagne fouten van de leiding aan die los staan van de situatie van onderbezetting. Deze fouten vermijden of verbeteren had het mogelijk gemaakt de gevolgen van de precaire situatie te verzachten. Deze fouten zijn niet specifiek voor deze campagne, maar hebben een meer algemeen karakter. We moeten er dan ook lessen uit trekken voor de werking van de partij. (....)
47. Een verkiezingscampagne voeren vereist professionele kennis. Men kan zich professioneel vormen in scholen of boeken, en ook door de ervaring. De leiding moest meer aandringen dat de kaders van Agitatie de zaak op professionele manier aanpakten en hun professionele vorming controleren. (...) Onze agitatie moet herkenbaar zijn, uniform, geleid met ijzeren hand, en dat ontbreekt totaal in Agitatie ." (....)
53. Veel steriel werk in kleine kring ondermijnt de ideologie van de leidende kaders. (...)
54. "Dat is bekampt, we waren verdeeld, er is getwijfeld" , dat wijst op ernstige problemen in de leiding. Wij moeten geen fouten verantwoorden door te zeggen : "We hebben geen wetenschappelijke methode om de rnassalijn te analyseren ." De rnassalijn is juist op zich eenwetenschappelijke methode.5 (....)

Het wetenschappelijk socialisme, het marxisme wordt “vervangen” door “de massalijn” of ALLE besluiten van het VIJFDE CONGRES worden “vervangen” door alleenHoofdstuk III, deel 3: het bureaucratisme bestrijden, de banden met de massa's versterken, 3.1 De massalijn.

59. De tweede fout betreft de strijd tussen twee lijnen om de juiste ideeën samen te brengen.
De leiding moet objectief analyseren wat, in de verschillende ideeen en voorstellen, rechts en wat links' is ten opzichte van het huidige niveau van de massa's.6 (....)
65. De leiding moet iedereen aanmoedigen om te spreken en niemand de mond snoeren, alles beluisteren zonder vooroordelen, (...)
66. Op deze basis zal zij een synthese maken die bewust in strijd is met links'- en rechts-opportunistische standpunten, die op basis van duidelijke argumenten verworpen moeten worden. (...)
68. De politieke passiviteit van bepaalde bekritiseerde kaders is ontegenzeggelijke een vorm van sabotage van de partij. Als het rechts-opportunisme en het gauchisme zich in hun standpunten verankeren, bereidt men het terrein voor op de uiteenspatting van de partij.
69. Maar we moeten ook erkennen dat er radicalistische kritieken zijn geweest die de bekritiseerde kameraden overrompelen. (....)
76. Dat raakt de vitale kwestie van de eenmaking van de partij. Wij moeten voordelige ideologische strijd voeren, dwz ook de capaciteiten en de sterke punten erkennen van de bekritiseerde kameraden en er alle voordeel uithalen voor de partij. Anders zullen reformistische en gauchistische standpunten blijven bestaan en sterker worden en dat bedreigt, op lange termijn, de eenheid.

De kwaliteit van de kaders wordt bepaald door wijze waarop ze in staat zijn EXACT (niet te veel voorop of “links” of “gauchistisch”; niet te veel achterop, is “rechts” of “reformistisch”) het “huidig (HOMOGEEN??) niveau van de massa's te bepalen” (en met “massa's wordt hier het potentiele KIES-publiek bedoeld)..... dus de kwaliteit van de kaders wordt bepaald door de mate waarin ze (volgens de bepaling van Lenin: het louter “volgen” en “registreren” van het bewustzijnsniveau van de massa's) “ECONOMISTISCH” zijn !!!......

77. De campagne
78. Dankzij de correcte orientaties en de tussenkomsten van de nationale leiding in verschillende provincies, was de campagne de beste die ooit georganiseerd is. Er zijn uitstekende resultaten inzake de recrutering van kandidaten, en meer in het bijzonder kandidaten uit de immigratie, inzake het aantal medewerkers en inzake het militantisme, ondermeer dankzij de krant aan 5 fr.
79. De goede ervaringen van deze campagne moeten gesystematiseerd en verbeterd worden en zo goed mogelijk in het permanente werk van de partij geintegreerd worden. Potentiele kandidaten zoeken kan een aspect zijn van het permanente recruterings- en eenheidsfrontwerk. (...)

Zo is er nog een hele lijst van punten van analyse, kritieken, opmerkingen en politieke en ideologische conclusies (veelal op basis van een subjectieve keuze van citaten uit opgestuurde rapporten) die vaak “juist klinken” maar uiteindelijk in functie staan van een niet correct gesteld uitgangspunt... Omdat veel militanten en kaders met een wellicht revolutionaire proletarische OPSTELLING vaak al lange tijd “onderhevig” waren aan een “zekere mate van dogmatisme”, lieten zij zich leiden (=suivisme) naar een revisionisme (burgerlijke politieke en ideologisch lijn geformuleerd in marxistisch-klinkende frasen).

Vervolgens wordt de invloed van bewuste revisionisten sterker:

134. Het studie- en vormingswerk moet dus intenser worden en we moeten en authentiek marxistisch-leninistische strategische lijn uitwerken. (...)

Maar de uitwerking van een vernieuwd fundamenteel programma is voor de verkiezingscampagne stopgezet. Deze stopzetting wordt (zie verder) in deze Resolutie zélf nog herbevestigd!.
Dubbele benadering”...., “enerzijds...anderzijds..;”...Hier zijn de bewuste revisionisten bezig om de partijleden vanuit vroegere ingenomen standpunten, vroegere correcte politieke besluiten te richten naar uiteindelijk electoralisme en reformisme. (....éénmaal hiertoe gekomen, na het 8e congres in 2008....is er van “dubbele benadering” geen sprake meer, lees maar.......)

137. We moeten een dubbele benadering hebben.
138. Vaak ontbreekt het ons aan een diepe overtuiging, maar we hebben ook te weinig tactische capaciteiten om, op het gepaste moment, onze overtuiging stap voor stap door de massa's te laten begrijpen. Er er is een band tussen de twee.
139. Enerzijds moeten wij de diepgaande, doorleefde, overtuiging hebben dat alleen de communistische partij de massa's naar hun bevrijding kan leiden en dat enkel de socialistische revolutie een oplossing biedt aan de problemen van het kapitalisme.

Waar moet die “diepgaande doorleefde overtuiging” vandaan komen, als de concrete uitwerking ervan wordt stopgezet?

140. Anderzijds moeten wij objectief luisteren naar de huidige overtuiging van de massa's, enqueteren wat hun reële standpunten zijn, wat hen raakt en dan standpunten en voorstellen bepalen die het ons mogelijk maken hun vertrouwen te winnen die hen in staat stellen een stap in onze richting te zetten.
141. Er ontbreekt ons een essentieel element van de dialectiek.
142. We moeten tegelijkertijd juister, stricter, meer marxistisch-leninistisch zijn binnen de partij en tactischer en soepeler naar buiten toe. (...)
147. Voor de politieke uitwerking moet men vertrekken van de stricte klassenanalyse van het fundamentele materiaal. Dat is het essentiele aspect. De werkwijze voor de uitwerking van de tactiek staat daar tegenover.
148. Maar, wanneer je de fundamentele politiek uitwerkt, is het nuttig ook de thema's die de massa's vandaag het meest beïnvloeden in je achterhoofd te houden. Onze analyses moeten diepgaander, meer marxistisch-leninistisch zijn, maar zij moeten ook gemaakt worden om uit te monden in een praktijk om de massa's te veroveren. Zij moeten uitmonden op eenvoudige ideeën die we in het hoofd van de mensen kunnen hameren.
149. De fout is dus dubbel. Enerzijds zijn onze analyses niet grondig genoeg om uit te komen bij een juiste politieke oriëntatie. En je mag het analysewerk in geen geval minachten onder het mom dat het "in ieder geval intellectualistisch is, en buiten de klassenstrijd en de praktijk staat...".
150. Anderzijds zijn wij niet genoeg gericht op de gewone praktijk onder de massa's.
(...) Wij moeten antwoorden op enkele essentiële vragen, een voordelige strijd voeren, dwz: ideeen en feiten verspreiden die inslaan, waar de massa's kunnen achterstaan. We moeten niet meer spreken tot de massa's, om hen heel onze waarheid te zeggen, maar we moeten vertrekken van onze politieke lijn om een of twee waarheden te schrijven die de massa's kunnen begrijpen en ze positief naar ons toe kunnen laten evolueren. (...)

Formeel lijkt het (om iedereen gerust te stellen (en dat lukt! - lees maar de reacties van ex-”kameraden” op mijn analyses, ....) of het geheel van besluiten van het Vijfde Congres worden toegepast maar uiteindelijk blijft alleen de revisionistische “richtlijn” over (dat door onachtzaamheid en op basis van “redelijk” wat dogmatisme OOK bij de partij-militanten die zich nog een revolutionaire ideologie hadden en op proletarisch klassenstandpunt stonden is GOED-gekeurd op het Vijfde Congres).
Op basis van uitgezochte citaten van Mao Zedong (RECHTSTEEKS uit het Rode (citaten)Boekje), totaal LOS van hun concreet historische context (het optreden van partijleden in de leiding van bevrijde gebieden en in de opbouw van het socialisme), wordt er afstand gedaan van de voorhoede-aspecten van de communistische partij zoals ontwikkeld door Lenin en wordt de “werking” gericht op de opeenvolgende verkiezingscampagnes waarbij in tussenliggende periodes vooral het IMAGO zoveel mogelijk moet opgepoetst (in voorbereiding van de eerstvolgende verkiezingscampagne). De nieuwe leden worden gerecruteerd uit de “medewerkers van de verkiezingscampagne”.
De “werking in de bedrijven en in de vakbond” wordt beperkt (STA -Section du Travail, Sectie van de Arbeid - is verdwenen, de voormalige kaders Kris Hertogen en Jo Cottenier hebben “andere taken” gekregen, eigenlijk is het Derde Congres -het boek “De tijd staat aan onze kant” vertikaal geklasseerd....) tot “antennes ontwikkelen...om het exacte niveau van de massa's te registreren.
De revolutie als enige oplossing” propageren wordt bekeken als “sectarisme”.... Nu, als de CONCRETE uitwerking van het fundamenteel programma wordt STILGELEGD, en dus de militanten aan de basis dit niet kunnen gebruiken voor hun diskussies en propaganda.... worden de te gebruiken concrete en uitgewerkte politiek voorhoede-standpunten (BEWUST door de revisionistische kaders) GEREDUCEERD tot algemene (en dus dogmatische en sectarisch-klinkende) frases.
Maar “goede verkiezingsresultaten halen” betekent dan 'stemmen ronselen voor het positief IMAGO van de partij of voor het “bij-de-massa's-aansluitend-verkiezings-programma” daar waar slechts op basis van propaganda met het gehele revolutionair programma en de oproep tot organisatie voor strijd voor revolutie welk verkiezingsresultaat dan ook betekent “een barometer van revolutionair bewustzijn bij de werkers

Uiteindelijk wordt, geformuleerd in marxistisch-klinkende en revolutionair-klinkende frases, de besluiten en rectificaties van het Vijfde congres GEREDUCEERD van “Partij van de revolutie” in “Partij van verkiezingcampagnes”, vervat in het “Hoofdstuk III,deel 3, punt 3.1 De massalijn
161. Massaliin
162. Objectief evalueren wat er gebeurt onder de massa's, wanneer men vecht om een doel te bereiken. "Het is erg voor een voorhoedepartij dat zij de reele politieke stromingen onder de massa's niet heeft voelen aankomen. In Brussel hebben wij de terugval, in plaats van de vermenigvuldiging van ons stemmenaantal met drie, niet voelen aankomen." (...)
163. Daaruit volgend twee tactische fouten. Wij hebben nagelaten op een verantwoordelijke manier te waarschuwen tegen een overmatig optimisme. Wij waren niet voorbereid op alle mogelijkheden, ook die van een nederlaag. Nochtans hebben we al ervaring met dit soort toestanden. We moesten ons voorbereiden op het moreel van de troepen hoog te houden, ook in geval van een nederlaag.
164. Wij vertrekken te veel van onszelf, van onze eigen revolutionaire ideeën. "Hoe de massa's denken, dat interesseert ons niet echt. Wij zijn opgesloten in onze kleine kring en bestuderen niet hoe voorhoede-elementen of de massa's erin slagen te komen tot juiste standpunten." Wij willen geen rekening houden met de remmen die reeel aanwezig zijn onder het volk, met het niveau waar de massa zich echt bevindt. Wij hebben gezegd dat er zich rond Clabecq een revolutionaire stroming bestond, maar wij willen het reele niveau van deze stroming niet bestuderen. Wij projecteren er onze ideeën in en besluiten dat we het thema "de revolutie is de enige oplossing" kunnen populariseren. Maar daarmee breken wij onze nek op het niveau van de massa's. (...)
167. Gedurende lange perioden vechten voor bepaalde zaken en eisen die de mensen nauw aan het hard liggen. Een ding ten gronde realiseren, politiek en organisatorisch consolideren. Tegen het spontaneisme, tegen het "strovuurtje". (....).
168. We moeten concreet vechten voor de eisen van de massa's en terzelfdertijd hun bewustzijn ontwikkelen. Maar dikwijls voeren wij een economistische praktijk en ontwikkelen wij een dogmatische propaganda, onze zuivere waarheid. De communisten moeten vechten voor eisen die de massa's voorstellen en tegelijkertijd een of twee ideeën naar voor schuiven die deel uitmaken van hun politiek profiel. Hetzelfde principe geldt voor ons frontwerk. (....)

171. Een fundamentele rectificatie betreffende ons imago, tactiek en benadering van de massa's
172. Er bestaan diepgaande tegenstellingen over de stelling: "De partij moet verenigd zijn rond een strict marxistisch-leninistisch programma of analyses, die naar de grond van de zaken gaan; maar in haar werk onder de massa's moet de partij veel aandacht besteden aan de tactiek, aan de massalijn, aan het bestuderen hoe onze boodschap "overkomt", aan niet alles over de massa's uitgieten, maar één of twee essentiële punten scoren in een gegeven situatie"
173. Wij moeten weten of er al dan niet eenheid is over het (interne) bilan van deze verkiezingen. Onze resultaten vormen een grote nederlaag, niet van onze politiek, maar van onze tactiek. Na de grootste golf volksbewegingen, na een massale, voorbeeldige, opgemerkte aanwezigheid van onze militanten in deze bewegingen, bekomen wij de slechtste scores van ons bestaan, behalen wij maar 50% van het minimum vooropgestelde cijfer van 70.000 stemmen. Wij staan voor een immens probleem en moeten al wat ons, ondanks de toewijding en het militantisme van onze kaders en militanten, heeft verhinderd om de massa's te overtuigen, de massa's aan de partij te verbinden, in vraag durven stellen.
174. "Er zijn fundamentele kritieken te maken op heel onze werkstijl en niel enkel op de campagne. Er is een fundamenteel probleem met de massalijn. Wij komen er niet toe de gedachten, de gevoelens, de ervaringen van de syndicalisten te centraliseren. De ideeen van rechts en extreem-rechts winnen veld onder de massa's. Wij hebben schatten aan menselijke contacten, maar zijn niet in staat te centraliseren, wij onderschatten de mensen. Wij disclissieren te veel "onder ons", wij moeten werken met de mensen, dag na dag, jarenlang".
175. Er zijn standpunten die weigeren te erkennen dat wij ernstige problemen hebben met de massalijn. "Men moet de massa's hun ervaring laten opdoen. In afwachting moeten wij blijven wie we zijn, zoals het ons vele sympathisanten vragen."
176. Er is verwarring tussen politiek en tactiek. In de grond moeten wij "blijven wie we zijn" voor onze politieke lijn, maar om die lijn over te brengen naar de massa's, moeten wij onze tactiek radicaal veranderen. (...)
187. "Wij worden als te extremistisch aangevoeld. Het extremisme en het communisme maken bang." "Wij worden altijd geidentificeerd met een houding van alles of niets ." Hier is er een deel anticommunisme dat onze leden en kaders kan beïnvloeden en ze op politiek vlak naar het rechts-opportunisme duwen. Maar deze opmerkingen kunnen ook een deel waarheid bevatten, in de zin dat onze tactiek niet is uitgewerkt om door de massa's te worden begrepen. Wij brengen vaak op het niveau van de massa's naar voor wat juist en essentieel is voor ons- Maar omdat dat vaak de punten zijn waarop de burgerij het meest doorhamert, komt het niet over. Daar waar de burgerij aanvalt, moeten wij niet " ons gelijk " propageren, maar fouten zoeken bij de vijand, zoeken waar wij positief punten kunnen scoren. (...)
190. Wij moeten sommige van onze opvattingen over de voorhoede-partij herzien, ze duwen ons, in de huidige omstandigheden, naar sectarisme en dogmatisme, dwz naar erg zuivere opvattingen, die ons van de progressieve massa's afsnijden, die potentieel bij ons zouden kunnen komen. Dat houdt verband met het onevenwicht tussen ons intern werk, dat "erg juist is vanuit ML-standpunt" en onze beperkte politieke impact en organisatorische greep op de massa's.
191. " In de partij zoals die vandaag is opgebouwd en werkt, is er een groot probleem van bureaucratie, men houdt zich niet bezig met de mensen, de sympathisanten, de potentiele leden. Men registreert honderden medewerkers, maar dat heeft geen enkele implicatie op de praktijk. Wij zijn niet in staat de mensen duurzaam te omkaderen." (...)
219. De lidkaart is ook een wapen tegen het liberalisme. Men moet de mensen in de partij trekken en duwen en niet passiefafwachten. (....)
229. Op basis van de voornaamste besluiten van de verkiezingen, een planning van 14 maanden opmaken, tot na de gemeenteraadsverkiezingen. We moeten de partij reorganiseren in functie van de doelstellingen voor de komende 14 maanden. (...)
237. Meer krachten op de provincies concentreren, de nationale kaders verplichten om doorbraken te realiseren in de provincies, op basis van de reele problemen van de militanten en de massa's, om realistischer te zijn in onze plannen en meer belang te hechten aan de verwezenlijking van voorhoede-ervaringen en de centralisatie van goede ervaringen van onze militanten. 'Een permanente dagelijkse structuur van STAA-nationaal is niet nodig'. (...)
244. Het fundamenteel programma uitstellen naar later, vastleggen welk voorbereidend werk moet en kan gedaan worden tijdens deze periode. In de onmiddellijke toekomst is het niet het gebrek aan een samenhangende visie op het kapitalisme en het imperialisme vandaag of een revolutionair strijdprogramma voor de komende tien jaar, dat ons het meest blokkeert. (...)
251. Onmiddellijk beginnen met de voorbereiding voor de sociale en gemeenteraadsverkiezingen. (...)
262. Snel het probleem van de medewerkers oplossen. Hoe de medewerkers politiek consolideren ? Welke voorstellen om ze onmiddellijk aan het werk te zetten ?(...)
264. We moeten antennes vastleggen (arbeiders, sympathisanten, kaders), die verplicht geraadpleegd moeten worden. E-mail gebruiken voor raadplegingen en beoordeling. Via e-mail en internet de kritiek organiseren op onze voorstellen voor pamfletten en artikels. (....)
272. Een laag leden vormen die een partijkaart kopen om lid' te zijn op het meest elementaire niveau.

Ludo Martens zélf maakte, in 1999, een heel ander bilan van de “verkiezingsresultaten van de PVDA” dan bepaalde kaders met hun “Resolutie van 1999

Op de PVDA-meeting in Brussel hield voorzitter Ludo Martens een korte toespraak.
“In 1979, bij de stichting van de PVDA, was Kabila hier. Hij werd toen gezocht door de politie van Mobutu en moest zich schuil houden.
In Zaïre kon hij zijn programma op geen enkele manier bekend maken onder de massa’s. Hij had geen enkele mogelijkheid om de massa’s te mobiliseren voor zijn juiste zaak. Hij had geen publiek dat hij kon overtuigen. Mobutu en zijn companen hadden alle staatsmacht in handen en hun blind geweld veroorzaakte honderdduizenden doden. Tegelijk gingen zij met duivelse demagogie te werk. Die twee elementen gaan samen. Dat is een kenmerk van het fascisme. Hitler had Goebbels. Een paar maanden voor de oorlog, in 1939, organiseerde hij met zijn nazipartij nog een “vredescongres”.
Vandaag zien we hoe heel de imperialistische wereld steeds meer de kenmerken van het fascisme vertoont. Met blind geweld wordt Joegoslavië gebombardeerd, wat men ons voorschotelt als een humanitaire interventie om de vrede te vrijwaren. Het imperialisme doorbreekt vandaag alle regels van het internationaal recht. Negen jaar geleden vielen ze Irak aan, in naam van het internationaal recht.
Wie had zich twintig jaar geleden kunnen voorstellen dat de Navo, tegen alle regels van het internationaal recht in, een uiterst barbaarse agressie-oorlog zou ontketenen in het hart van Europa? Het Congolese volk heeft ontelbare offers moeten brengen, onder de 32 jaar Mobutu-dictatuur, om er uiteindelijk voor te kiezen dat individu met de wapens weg te jagen.
Maar voor het zover was, hebben ze alle mogelijke leugenaars en demagogen zien passeren. Je kunt onmogelijk voorspellen wanneer het volk er genoeg van zal hebben, van al die leugens en al dat geweld van de burgerij. Zij die makkelijke overwinningen nastreven bij de verkiezingen vinden hun gading bij burgerlijke partijen en doen wat de burgerij hen vraagt.
Vanaf het begin is Agalev die weg opgegaan en vandaag is die partij een spreekbuis van de grote burgerij en van het imperialisme. ‘t Is te hopen dat ze in de regering komen. Iedereen zal zien dat ze op geen enkel vlak de grondvesten durven aantasten van deze onrechtvaardige maatschappij, van het kapitalisme en het imperialisme.
De PVDA heeft een uitstekende campagne gevoerd. In die geest moeten we nog meer naar de massa’s gaan, ons op hun niveau plaatsen en hen overtuigen van de noodzaak zich te organiseren en te vechten. We moeten er vertrouwen in hebben dat de massa’s op een dag genoeg ervaring zullen hebben opgedaan om de misdadige aard in te zien van het economisch systeem dat de wereld uitbuit en verstikt.”7

1Jongerenkrant van Solidair nr. 42 • 4 november 1998. “Interview met Abdel Koutoubi, een jaar na de opstand in Kuregem”
2Jongerenkrant van Solidair nr. 42 • 4 november 1998 “Hoe bruisend is Brussel?” DAVID PESTIEAU
3Solidair nr. 12 / Che nr. 13 • 18 maart 1998. Bij de “rellen” van Anderlecht. LUDO MARTENS
4. “Wat met de revolte van de migrantenjongeren? Nieuwe strijdvormen verdienen alle waardering”, Solidair nr. 12 / Che nr. 13 • 18 maart 1998, NADINE ROSA-ROSSO

7In Solidair nr. 24 • 16 juni 1999, Ludo Martens:” Wij streven geen makkelijke overwinningen na”.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten